EIDA
8-11-’32.
Geliefden –
Er is een postwissel naar jullie onderweg, een beetje een grote som, maar dat is voor de toekomst, voor de rekeningen, die je nog voor ons te betalen zult krijgen. Om te beginnen verzoeken we Moeder voor ons aan Martinus Nijhoff ƒ 32.- te willen gireren: op zijn no. 4165. Verder kreeg Moeder van ons ƒ 14.56 minus Baadje voor Dien ƒ 1.40, en vruchten Tek Bheng ƒ 1.- = ƒ12.16. Ondertussen is er weer wat bijgekomen en dat mag Moeder weer fijn administreren, makkelijk zo’n kantoortje voor ons in Holland! Hok heeft grootse plannen voor een heel natuurwetenschappelijk handboek dat wel een paar honderd gulden zal kosten, maar wij vinden dat we ’t nú kunnen doen, nu wel zomaar ƒ 500.- elke maand cadeau krijgen. Jullie of althans Emma’s voorstelling als zou onze petroleumbron uitgeput zijn, is ganselijk verkeerd, al heeft Hok er haast geen werk meer voor, betalen ze ons wel.
Maar om nu eens over wat anders te praten: Houw is verloofd!!! Val nu maar flauw! Hij heeft er ons nooit iets van verteld en opeens krijgen we zondag een brief dat hij zich op 13 nov. gaat verloven en of Hok wil komen, hij weet dat ik niet meer reis! Hok gaat dus zaterdagmiddag naar Batavia, waar zij in Meester Cornelis[1] woont, en zal dan eindelijk zijn familieleden, zijn Moeder e.d. weer eens aanschouwen. Houw schrijft ons dat ze Bong Fa Ni heet, waaruit ik direct Fanny maakte, hetgeen inderdaad zo blijkt te zijn. Haar naam is het enige wat Houw over haar [2] schrijft, maar toevallig sprak Hok gister de Chinese wethouder, die haar familie blijkt te kennen. Die vertelde dat haar grootvader een Hollandse Mijningenieur was op Banka[2], dat zij Westers is opgevoed, dus Hollands spreekt en heel aardig is! Wát kunnen we méér verlangen! – Maar Hok moet nu maar poolshoogte gaan nemen en alles goed vertellen. Eerst moest ik van Hok voor die nacht een logé vragen, maar daar het logeerbed dan weer moet opgezet worden en de babykamer net gekalkt is en ik veel liever alleen ben, mag het dan, op voorwaarde dat ik die avond niet wandel! Het is voor Tommy toch eigenlijk een grote belediging dat er aan haar zo weinig vertrouwen gehecht wordt. Suus Hortsink vroeg me net de zondag bij hàar door te brengen, ik kan dan o.a. de prestaties van haar kokki bewonderen, die misschien, als zij naar Davos gaat, de onze wordt. We zitten hier nl. erg met ons nieuwe exemplaar, dat al enige dagen absoluut geurloos kookte en mijn geliefde echtgenoot ergerde. Als ik haar nu iets beter kan krijgen, kunnen we ’t misschien tot januari uithouden! Ik zou het ontzettend vinden weer aan een nieuwe te beginnen, deze laatste maand, dat ik me toch al zo gauw erger en moeilijk kan staan.
Straks moet ik weer naar Irene, ze was deze week haast elke dag bij mij omdat ze me steeds de brieven van het Hoofdbestuur IEVVO e.d. moest laten lezen en we hebben samen al heel wat antwoorden en andere brieven opgesteld. Ze schijnt dat graag met mij te doen, hoewel ze een secretaresse heeft en ik absoluut buiten ’t “dagelijks bestuur” val. De laatste maal heeft Hok zelfs voor ons gedacht en een keurige brief in elkaar gezet. Hok en Alex (de man van Irene) zijn de steunpilaren der IEVVO, Irene vraagt ook altijd wat Hok ervan zegt. – Irene en Alex zijn deze week dus bij ons geweest. [3] Het was enorm gezellig, hoewel Hok haast steeds gezwegen heeft. Alex was nl. zo spraakzaam dat hij ons allen steeds de zin afsneed. Maar hij is een buitengewoon levendig mens met felle ideeën over alles, dat ik vooral me zeer vermaakt heb. Hoewel ik hem feitelijk niet kende en hij veel ouder is, misschien 40, kon ik niet nalaten hem te plagen, wat Irene verstomd deed staan, daar zij nauwelijks zo tegen hem zou durven doen. Hok vindt die eerbied voor de man van Irene meer dan schitterend en hij vindt vaak dat ik een voorbeeld aan haar moest nemen, maar ik houd nu eenmaal van een lolletje en kan niet nalaten altijd het grappige van iets te zien. – We zijn nu steeds benieuwd hoe het af zal lopen met de IEVVO, de presidente H.B. stelt ons steeds in een beroerd daglicht bij de andere afdelingen en ze wil zelfs onder onze leden tegen ons, het bestuur, gaan stoken, maar daar zij onze ledenlijst niet heeft, kan ze niets beginnen en daar hebben we pret om, maar nu verwachten we deze week een oproep ter vergadering van háár aan ónze leden, die dan natuurlijk Irene als presidente zullen verwachten en misschien opkomen. Om dit te verhinderen moeten we weer een brief opstellen, terwijl de andere afdelingen al een uitzetting kregen. Het is echt jammer dat we dááraan nu onze tijd moeten besteden, in plaats van aan het werk zelf, waar Irene toch al genoeg mee te doen heeft; ik ben blij dat ik haar hier tenminste mee kan helpen.
We hadden deze week ook een aardige Vivos avond over – [4] het werk dat het Crisiscomité voor de werkelozen doet. Een niet-Vivos lid hield hem, de vrouw van de directeur van G.B. De Jongh, wier man indertijd toen Emma met Jantje in de schouwburg zat, vroeg of hij verloofd was. Zij bracht een belangrijke dame mee, de vrouw van de Gouverneur van Oost-Java of zo iemand en ’t mooiste was dat de gastvrouw van die avond van tevoren het voorstel had gedaan om vanwege het onderwerp der avond, de allereenvoudigste versnaperingen te geven, en de rest van ’t geld aan de werkelozen cadeau te doen – Maar ze zal me wel dankbaar zijn geweest toen ze die 2 hoge gasten zag, dat er bonbons en koekjes waren! Ik vind juist als je over zoveel ellende hoort, is een hartversterking noodzakelijk!
Dinsdagmiddag half 7: Tommy en ik hebben volgens gewoon programma samen net gewandeld, de uitzondering was alleen dat we dit keer Hok niet tegemoet konden lopen, die thuis zou komen van G.B. Hok is nl. net vertrokken voor een voorbespreking van de Chinese fractie voor de Begrotingsvergadering van de Gemeenteraad van morgen. Hopelijk duurt het niet lang, maar in elk geval kan ik nu mooi m’n troost bij jullie zoeken. Bij de IEVVO zoeken we op ’t ogenblik iemand voor ritmische gymnastiek en plastische dansen en ’t is doodjammer dat Anneke niet hier is! Toen Irene hoorde, dat ik er ook aan gedaan heb, verwenste ze even Axeltje!
Dank voor jullie speciale vliegbrief over de naam van onze a.s. spruit (met “wurm” mogen jullie nog tevreden zijn, sinds ik hoorde dat Elly Linn haar dochter met “schaap” toespreekt!!) Moeder voelt het precies zo aan als wij, dat een eventuele aanknoping van een Chinese naam niet gek zou zijn, maar we zouden hem naar voorbeeld van Houw’s meisje Tan Ak Sel kunnen noemen, A.S. Tan! Hok piekert er steeds over, hij wil er met Houw [5] over praten, dus zondagavond krijgen we de resultaten der bespreking te horen, wanneer Houw die dag tenminste ook aan andere dingen kan denken! Maar hij verliest niet gauw zijn kop! Hoewel hij ons schreef dat hij helemaal in de war was!
Ik ben erg blij dat jullie over m’n lezing tevreden waren, alledrie, dat je hem met genoegen gelezen hebt, maar Emma’s voorstel om in tijdschriften te gaan schrijven, zal ik voorlopig maar niet bepiekeren; ik weet nog niet over deze lezing, of “deze perzik naar meer smaakt”. Wel is het plezierig dat ik het gedaan “heb”. (“Blij dat je geweest bent”.)
De Vereniging van Huisvrouwen wordt inderdaad steeds idealistischer, maar ze zijn heel materialistisch begonnen. Ik heb met genoegen enige maandbladen doorgelezen, zéér lezenswaardig, ik vergat ze nog steeds aan Irene te brengen.
Wat grappig dat jullie piano net “gevilt” wordt; Alex Hasenstab zei ons ook net dat dat met de onze moest gebeuren, maar op de hunne heeft het ƒ 140.- gekost en dat is me wel wat machtig. Wat een verschil in prijs hè met jullie ƒ 55.-!
Je ziet het helemaal verkeerd dat Zus Rempt je, nádat ze ”het” weet anders zou schrijven dan vóór die tijd – ik ben blij dat je er met Hans over praatte en vooral dat je hem beloofde dat alles weer goed zal zijn als T.L. terugkomt. – Ik vroeg T.L. hier te komen over een tijdje als ik na de bevalling weer helemaal op gang ben. Tot nu toe antwoordde ze nog niet.
Ik heb niets aan m’n borsten gedaan met het oog op ’t voeden. [6] Ik hoorde dat de huid zo teer wordt van alcohol, zodat een andere dame juist daardoor haar kind niet heeft kunnen voeden. Ik moet dus maar afwachten hoe het zal zijn. Dat ik jullie verleden week zo enthousiast schreef dat de baby bepaald gezakt moest zijn, is, volgens Sparmann, zuivere fantasie van me geweest alsof ik me verbeeldde dat het binnen enige weken moest komen! Geen sprake van zegt hij. Alles was weer best en hij beconverseerde me weer een uur lang over alles en nog wat, vooral over onze eerste baby natuurlijk, waar hij nóg vol van is. Telkens heeft hij er weer nieuwe theorieën over, heel interessant.
Kasan heeft de babykamer beeldschoon nieuw wit gelakt, de gordijnen zijn gewassen, de wieg staat elke dag buiten, de klamboe is gestreken en ook even in ‘t water geweest om de muffe lucht weg te krijgen. Alles is in verwachting van wat komen zal. Ik naaide net een lampenkapje, ben bezig met een tafelkleedje, maar we hebben nog tijd! Hok geeft me tegenwoordig precies op hoe ik hem kan bereiken, als hij uit is, die ongeduldige pisang!
Mevr. Schüller heeft toch direct na Annie’s bevalling een persoonlijke vliegbrief van haar gekregen? Ik heb hem zelf gebust, maar misschien komt de rest dan met de gewone mail, ze zal alleen 1 maal per vliegpost geschreven hebben. Die vliegbrief was met potlood geschreven in haar bed.
Op de kiek lachen we niet om een mop van Jaap, alleen maar omdat hij toevallig met zijn kiektoestel op de weg staande, ons toeriep langzaam te lopen, terwijl wij, op niets verdacht, kwamen aanwandelen. Moppig die flat van de Prinsen, schrijf me vooral als het plan van die van jullie doorgaat.
Die jongen Duyfjes is getrouwd, maar hij is nog steeds even verlegen en groet niet. – Gelukkig maar dat Em die tandarts niet
[Randje pag. 6]
aannam, dat is toch ook geen baan, Courbois heeft gelijk!
Hok heeft geheimzinnig Moeder’s briefje weggemoffeld, ik mocht het niet eens zien! Dag Eida.
Ik verheug me op ’t nachtponnetje, goed dat je ’t geschreven hebt.
[Randje pag. 5]
Hok’s collega Ludwig gaf Hok een stukje uit de Kölnische Zeitung, waarin staat dat er net een nieuwe moderne wetgeving in China is aangekondigd, waarin de vrouw zelfs moet erven, mag scheiden en al onze rechten heeft – natuurlijk zal dit niet direct uitgevoerd worden, maar op den duur zullen enige misverstanden voorkomen worden, daar de wet erachter staat. – Vader ziet alles teveel met Westerse ogen, de Chinees schatte meestal zijn vrouw hoog in huis, maar vond alleen dat een ander niets met haar te maken had: de jaloezie.
[7]
HOK
8 november 1932
G. Houw is bijna verloofd! Erg leuk voor hem en hij zal wel verbaasd zijn dat ik heel goed op de hoogte ben van haar familie. Zij is een Bong, maar haar eigenlijke naam is Lang. Zo heet haar Vader, maar een Oom van Moeder’s zijde adopteerde haar. Haar grootvader of overgrootvader was een Hollandse mijningenieur, die haar Moeder en zijn kinderen verliet toen hij met pensioen ging. Zo gebeurt het meer! Zijzelf moet een Europees uiterlijk hebben en is door de Ursulinen opgevoed. Een zeer ingewikkelde combinatie, bijna even ingewikkeld als onze kinderen.
Sparmann vertelde me dat ik me over de keizersnede niet ongerust hoefde te maken. Hij acht elk gevaar uitgesloten, omdat het op het gunstigste tijdstip gebeuren zal en omdat alle infectie uitgesloten is. Aan de inhoud van het briefje zal op het goede moment worden gewacht.
Zaterdag ga ik naar Batavia om Houw’s bruid te bewonderen. Ik ben erg benieuwd.
Dag Hok.
[1] Meester Cornelis, gegoede wijk in Batavia.
Oom Houw en Tanta Fanny woonden na de tweede wereldoorlog in de gegoede wijk van Djakarta: Djatinegara, het vroegere Meester Cornelis. In 1982 kon je nog steeds, als je een taxi nam naar Oom Houw, tegen de taxichauffeur zeggen “Mester Cornelis”.
[2] Het Indonesische eiland Banka ligt tussen Zuid-Sumatra en Borneo. Het is bekend om de winning van tin. Samen met het eiland Billiton vormt het de provincie Banka-Billiton. De Zuid-Chinese zee ligt ten Noorden van de eilanden, de Javazee ten Zuiden ervan.