1932-01-15

EIDA

15-1-‘32

Lieve Kindertjes –

Daar moet ik jullie warempel met potlood schrijven daar m’n bed me verhindert de kroontjespen te gebruiken. Ik heb een piepklein griepje, maar juist nu kan ik die wel allerminst gebruiken. Gistermorgen was ik nog ganselijk normaal. Ik bracht Baukje bij Hok, wiens werk zij in volmaakt Engels zal vertalen, hoewel ik idee heb dat Hok’s Engels al aardig volmaakt is, zoals hijzelf!! Ik bracht Baukje en Hok samen naar De Jongh, die zo verrukt is van Hok’s werk, dat volgens hem volmaakt wetenschappelijk juist is, dat hij de oplage wel wou verdubbelen en in elk geval wou dat een Engels-kenner het nakeek. Aldus bedacht ik dat Baukje die Engels-A heeft, het wel zou willen, die er dan ook enthousiast over is. Vanmorgen is Hok naar haar toe en de hele morgen + nog vele andere zullen ze wel voor het werk nodig hebben. Ik vind het zo dol dat De Jongh zo verrukt is van het werk, al verbaast het me niet!! Maar De Jongh is niet gemakkelijk tevreden, dus is dit een geweldig succes. Jullie mag ook trots zijn. Maar ik was nog bezig met gister. Nadat Hok Baukje een boek gegeven had om eerst even geologische termen te leren, haalde ze ons over bij haar koffie te gaan drinken, waartoe ik Hok nog nooit had kunnen overhalen midden op de morgen! Maar we bleven niet lang, daar ik beloofd had bij Anneke Harloff te zullen komen. Minstens in een half jaar was ik niet bij haar geweest en we hadden elkaar nu helemaal niets meer te vertellen. Haar zoontje is zo groot geworden, hij praat en loopt, even oud als [2] onze baby. – Ik sprak bij haar ook Bep Einthoven die a.s. praeses is van de Vivos en me vroeg vanmiddag bij haar te komen theedrinken om nader kennis te maken ook met de abactis Lientje Jansse van Raay, Mr in de rechten, hetgeen nu niet door kan gaan. – Toen ik thuiskwam gister had ik rugpijn en ik at met moeite, na het eten had ik 38.2°. Daar ik geen tijd heb ziek te zijn, nu ik veel te doen heb als feestcommissie v.d. Vivos avond over 5 dagen en Riek morgen bij ons in huis komt, hebben we Kuyer maar laten komen. Het bleek wat griep en ik eet nu gardan omdat ik overal pijn heb. Het is werkelijk echt lastig juist nu.

Eergister dronken thee bij ons Meneer en Mevrouw Bosch, schoonouders van Wallenquist. Buitengewoon aardige mensen, vooral hij is stikvol humor. Ze vroegen of we van jullie nog wat over de reis gehoord hadden, maar ik kon ze toch niet zeggen dat zij gezegd had “mijn man is zo schuw”. Ze schijnt het wel prettig te vinden in Zweden, kan wel goed tegen de kou. Als ze nu ook maar gelukkig is – Dinsdagavond hadden we de cellist Van Leeuwen Boomkamp, fijn was het, hij had enorm succes. Zijn er cellisten die knappere techniek hebben dan hij, Em? In de krant stond dat al kon zijn techniek niet in de schaduw staan van die van Heifetz, hij veel dieper spel gaf. – Heifetz speelde zijn programma en verder niks vond men, maar toch genoten Hok en ik er beiden erg van. Maar cel vind ik altijd erg fijn omdat het me aan thuis herinnert! Maar ik had idee dat zijn instrument niet erg mooi was. – Maandagavond hebben we gevierd dat Hok zijn werk bij De Jongh had ingeleverd en zagen we een fijne film “Een vliegtuig en een zeppelin naar de Zuidpool”. Zo’n geluidsfilm heeft toch wel veel voor, als je dat geronk van de motoren hoort, maakt nog veel meer indruk. Ik hoorde deze week niets van Anneke. – Dien verwacht een baby! Is in hoge mate verrukt. Ze zijn de bergen in geweest en daar voelde ze [3] zich heel best, terwijl ze eerst doodmisselijk is geweest. Ze kan het best met de vrouw van hun chef vinden. Samen vierden ze Oudjaar met Kerstkrans, champagne, kaviaar en oesters. Nou vraag ik je, dat noemen ze in de rimboe! Maar Nico had dat natuurlijk weer allemaal meegebracht, ongelooflijk, hè! Lieverdjes, ik heb een permanentje! Levende reclame voor de kapster. Het is zo fijn, zelfs in bed ben ik nog netjes. En het staat zo keurig bij een nette jurk. Iedereen vraagt waar ik het heb laten doen, ik ben er reuze blij mee. – We hebben gister aan Baukje verteld van het a.s. petroleumvoordeeltje. Ze leeft altijd zo mee en ze zat te gillen van pret bij ’t idee! Zodra we het hebben, gaan we met Egbert en haar wat feesten, zij zijn toch onze beste vrienden hier. Ik heb van ’s morgens 8 tot half 2 bij de kapster gezeten. De stroom was juist uitgeschakeld toen we het nodig hadden en zo moest ik een poos blijven wachten tot een mannetje gekomen was. Maar met Gösta Berling  en een kopje koffie heb ik me best geamuseerd. Het is nu niets lang gevallen. We hebben zaterdagmiddag en zondagmorgen vele uren getennist. Zondag met De Jongh, die na afloop bij ons bleef eten. Hij is zo verbazend aardig, en bedankte me voor de gezellige morgen. Maar het is gek dat ik me maar niet op m’n gemak kan voelen bij hem. Ik voel me zo nietig dat ik denk dat elk woord wat ik zeg stom is. En toch vind ik hem zo buitengewoon aardig. Dag liefjes.

Eida

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida
  • Pagina's: 3
  • Soort: Brief, gelinieerd papier
  • Bijzonderheden: Met potlood geschreven