EIDA
10 nov.’31.
Lieve Schatten –
Vanmorgen om 7 uur vertrokken Dien en Nico naar Soerabaja. Gister kregen we een telegram van Zus Rempt dat ze nog in de bergen zitten en Dien en Nico niet kunnen logeren – misschien kunnen ze nog bij anderen onderdak komen anders heeft Zus ook een hotel opgegeven. Ze zijn geplaatst in Djeneponto, 2½ uur per auto van Makassar. Er zijn behalve zij nog 2 andere Europeanen + baby, dat is de Europese bevolking! Gister zijn ze inlichtingen gaan vragen bij de moeder van de vrouwelijke helft van het andere echtpaar van daar; toevallig kent Mevrouw Beudeker ze goed. En die mensen zeiden dat het er zo ellendig is, warm, eenzaam, slechte bodem waar niets groeit e.d. Maar Dien trok zich het gelukkig niet aan. Hun huisje moet daar nog gebouwd worden, waarschijnlijk één van bilik, je herinnert je nog wel die gevlochten bamboe. Die andere Europeanen zijn hun superieuren!, Nico´s chef, aan wie hij wordt toegevoegd om het vak te leren. Ik ben erg benieuwd wat ervan zal komen. Ze verlangen erg naar een eigen huisje – Ze zullen daar wel lang niet al het fraais nodig hebben dat ze met hun trouwen gekregen hebben! We hebben het erg genoeglijk samen gehad, al was het wel erg kort. Maandag kwamen ze pas om 11 uur, we dronken thuis koffie met de door Moeder in Indië ingevoerde zandtaart, die ik ´s morgens eerst even gebakken had, door Dien zeer geapprecieerd. We [2] rijsttafelden wat zij beiden erg lekker vinden en daarna zijn we de Prahoe[1] opgegaan in plaats van naar bed! Het was er meer dan steenkoud op de top, een ijswind, ik hoop dat de kiekjes die Nico nam, goed zijn geworden, dan zie je ons bibberen. ’s Avonds moest Nico een paar vrienden bezoeken, waar Hok hem heenbracht en hebben Dien en ik een heerlijk schemeruurtje gehad. De volgende dag deden we niet veel anders dan visites maken – ondertussen kochten we ook nog enige grammofoonplaten voor de koffergrammofoon die ze in Batavia nog even van een oom van Dien kregen + ƒ 10.- voor platen! Hok is ook erg verrukt van Nico, we begrijpen niet waarom jullie hem een jochie vonden, hij zit vol belangstelling voor alles en had zware gesprekken met Hok over de Inlandse bevolking e.d. Ze zijn ongelooflijk leuk samen, enig om te zien. – Ondertussen zagen we de vorige week nog een toneelstuk van de Kunstkring “ ’s Morgens, ’s middags, ’s avonds” – heel aardig gespeeld maar een stuk zonder enige inhoud – het was toch geestig en onderhoudend, maar met een leeg gevoel ging je weer naar huis. – We kregen een aankondiging van een pak uit Amsterdam, waarschijnlijk onze gordijnen, hoewel het wel erg vlug is, o nee, het zal mijn korset zijn, we moeten er nog ƒ 3.50 invoerrechten voor betalen. Dien houdt haar hart ook vast voor alles wat ze zullen moeten betalen, maar wat zul je eraan doen. Heb jullie ook nog invoerrechten gehad? – Deze brief krijg je tegen Sinterklaas – wat een gezellige boel zal dat zijn. Hier begint “men” ook al, maar ik heb de geest nog niet. Heb maar veel pret met je drietjes aan geest zal het niet ontbreken!! – Tommy is gewond, tussen zijn tenen bloedde het gister erg, waarschijnlijk van een steen, tot zijn (Tommy’s) ergernis heeft Hok er gister jodium op gedaan en Tommy hinkte zielig. – Dien’s kleed is afgekomen, ze heeft het mee, hoewel Nico het liever nagestuurd gekregen had, daar hij [3] net als Vader, vond dat ze al genoeg bagage hadden. In Batavia hadden ze er nog zoveel bij gekregen dat ze nog 3 extra koffers hebben moeten vullen die ze vooruit zonden.
Hoe staat het met Emma’s werk – we zijn benieuwd te horen. Jullie brief uit de Rode Zee vlak voor de ontmoeting met de P.C. Hooft is eerst over Port Said gegaan en nu kregen we hem al. Ik had deze week nog niet op een brief gerekend en daar ik wist dat ik van Dien ook niks kon krijgen, stoven we vrijdagmorgen uit ons bed, maar ziet een dikke brief van jullie alle drie. Ik kon onder de vorige nog net krabbelen (zegt u dàt wel!) dat we deze brief gekregen hadden, maar meer kon ik niet. Em, die het hof gemaakt werd door een “door de wolgeverfde meneer”, ongelooflijk! Ja, je zult nu langzamerhand veel mensenkennis opgedaan hebben! en die meneer dit wetende wilde zijn kracht eens op jou proberen, gelukkig voor Vader en Moeder’s rust zonder succes! Grappig dat Mevrouw Wallenquist vroeg of je familie van mij was, want we zagen elkaar voor ’t eerst en ’t laatst op haar trouwreceptie. Wat zielig met zo’n boekengeleerde getrouwd te zijn en die dan nog je taal niet behoorlijk kent, heb je haar niet geleerd haar man op te voeden! – De kiekjes zijn heel moppig – wat heb jullie het gauw weer koud gekregen, al in ’t Suezkanaal. Heb jullie gauw je winterjurken tevoorschijn gehaald en Vader zijn blauwe pak, in de Rode Zee begrepen jullie eerst zeker niet hoe je zo’n ding weer zou kunnen velen, maar nu durf je zeker niet meer naar de voile jurkjes te kijken!! Ons pakket voor 22 december zal wel veel te vroeg aankomen, jullie moet dus geduld oefenen! en niet openmaken – we hebben nog steeds geen brievenbus en de postbode is niet bang meer voor Tommy en Tommy van zijn kant blaft alleen maar als hij aan de ketting zit! Dag lieverdjes, morgen is er weer Vivos. – –
Eida.