EIDA
20 okt.’31.
Liefjes –
Vandaag zijn jullie dus weer op de vaste grond, Moeder zal extra blij zijn. Toch hopen we maar dat jullie na Colombo een kalme zee hebt gehad en dàt althans jullie geen narigheden heeft bezorgd. Mijn kroontjespen is een beroerd dingetje – ik las gister in de krant dat ik voor ƒ 1.87 per vliegpost een nieuwe vulpen kan krijgen van een merk dat er nog in moet komen, op voorwaarde dat ik na een maand gebruik hun een nette brief schrijf die ze eventueel kunnen publiceren! Ik heb zin het te doen, ik verlang erg naar een vulpennetje! –
Vanmorgen waren Anneke en ik weer in de stad en A. foof ons op gevulde koeken van Winkelmij. Braga, je weet onze roggebroodwinkel en die van de lekkere krentenbroodjes met suiker! – We kochten o.a. ook kousen voor mij en we lieten ons vertellen dat je zijden kousen eerst een paar uur in koud water moet zetten om hun levensduur te verlengen, weer een wijze les! – We hebben deze week-end heel genoeglijk – ongedacht doorgebracht: zaterdagmorgen had Hok gezegd “zullen we morgen naar Maswati”, maar daar we geen telefoon meer hebben konden we niet meer waarschuwen. Het toeval wil dat we ze (Jan en Annie) ’s middags in de stad [2] tegenkomen – Jan had vergadering van de planters in Preanger, en Annie met ons mee. Henk komt binnenvallen, we eten als Jan terug is – Jan mòet naar de bioscoop en Annie stelt voor dat wij meegaan en na afloop achter hen aan rijden naar hun huis – zo rijden we ’s nachts in een gietregen, met Tommy, die ook mee mag en komen om 1 uur in Maswati. Enfin, we zijn gewend ’s nachts te rijden hè! Fijn dat jullie er zulke prettige herinneringen aan hebben! – De hele zondag bleven we daar en ’s avonds om 9 uur weer terug. – Tommy viel de auto uit, toen hij op het glibberige portier naar buiten hing zoals zijn gewoonte was (let wel “wàs”, want hij is zo geschrokken dat hij het tot nu toe niet meer deed!) Hij zat vast aan de ketting en kon zo niet op de grond komen maar zwaaide heen en weer voor het achterwiel, ik zag het net gebeuren daar ik omkeek en hees hem aan de ketting weer omhoog, de stakker, hij was er ontdaan van en mocht de verdere weg op mijn schoot mee! – Ik heb jullie nog niet verteld hoe ene dame me geërgerd heeft!: men heeft een nieuwe japon van een stof van het Indanthren huis uit Holland, wit met rode en blauwe versierinkjes, men gaat in een andere jurk naar de Vivos, komt daar in een kring van ± 30 mensen, waaronder 1 net terug uit Holland, men ziet alleen de jùrk der dame, zelfde goed, zelfde maaksel (zonder jasje!), vergeet de dame zelf te groeten, die zich extra nog eens voorstelde: “de minuut die een jaar duurde!” Aldus de jurk op de Vivos niet vertonen. – We kochten voor Thijs’ verjaardag een sigarenaansteker, een wens van hem, dat zal dus overmorgen zijn. En moeten we ons jullie dan in Leiden voorstellen? Em ook mee, zich amuserend! [3] Ik heb “Helene Wilfüer” van Vicky Baum uitgelezen – overigens geen lectuur voor onze geliefde zuster, maar enfin wereldwijs is ze altijd geweest! Het is een meer dan boeiend boek, ik begrijp nu waarom Em de reis van Buitenzorg naar hier, alleen; niet lang gevonden heeft! – Ho is gister binnen komen vallen, hij heeft nu een nieuwe tactiek tegenover Mamma: als zij spreekt van ziekte, zegt hij, dat ze dan alleen nog maar geopereerd kan worden, want dat ze verder niets kan hebben – gelukkig heeft ze daar een angst voor, en praat minder over haar ziekte – Tommy is op ’t ogenblik “niet wel” – wij dachten dat hij kindertjes moest krijgen maar Anneke hielp ons uit de droom. Ik wist niet, en Hok ook niet, dat honden daar ook last van hebben! Maar toch draaft hij lustig naast Hok’s fiets, als hij ’s middags een blokje mee om mag met Hok. – Ons nieuwste systeem is nu, ’s morgens wandelt Hok naar G.B., halverwege gebracht door Tom en mij en om 2 uur haal ik hem – dat is eigenlijk verreweg het beste, we moeten dan meteen wat vroeger opstaan! – De vrouw van Hetzel is terug uit het Ziekenhuis en weer is ze erger geworden. Ze zal nu naar een onderneming voor een poos, Hok vroeg hem dan bij ons te logeren, want de kinderen blijven ook niet thuis, maar hij wil liever voorlopig niet; hij is er natuurlijk erg naar over. – De 2 met wie Henk samenwoont zijn nu verloofd, hij is dus nodig aan de beurt, wij doen ons best….! Een vriendin van hem heeft lakens [4] voor hem genaaid, groot genoeg voor een 2-persoons bed! – Er gaan hier de mooiste verhalen rond van de nieuwe G.G. iedereen is erg verrukt van zijn flink optreden, zelfs het A.I.D. schrijft bewonderend – misschien ook omdat deze G.G. met ontslag dreigt degenen die buiten de grens van “toelaatbare grofheid” gaan, schrijvende en sprekende over de regering – iedereen wordt nu ingetogen en 2 nationale inlanders die op een vergadering zouden spreken werden opeens ziek! – De G.G. werkt zelf op de Secretarie in Buitenzorg en klokslag 7 uur belde hij alle hoofden, zonder succes want ze waren nog niet op kantoor – je weet niemand komt zeker vóór kwart na 7, half 8 (zie Hok!) later op de morgen heeft hij ze allemaal bij zich geroepen en hen verzocht er rekening mee te willen houden dat de werkuren van 7 tot 2 zijn! Hij heeft zich ook in cognito op het departement van Financiën vertoond en zich van het kastje naar de muur laten sturen, toen hij inlichtingen kwam vragen, na 2 uur vergeefs heen en weer lopen van A naar B enz, heeft hij zich bekendgemaakt door z’n visitekaartje; wat een stuip zal men daar gehad hebben! – Ingesloten nog een uitknipsel uit de Javabode waarin Hok bespot wordt. Tine Schepers stuurde het – we hebben er erg om gelachen omdat we niet snappen waar de opmerking van de redactie op slaat! – Eindelijk zijn de stalen van het Indanthren huis weer terug, ik heb net gelezen dat je het pakket na 6 dagen weer hoort terug te sturen. Ik ben benieuwd wat ze zeggen! Ik heb van onze oude stof 4.30 m besteld en iets anders als ze dat niet meer hadden. – Dag kindertjes, bij elke voetstap en wieldraaiing verrijst een herinnering! Eida
[Randje pag. 4]
Lieve Mammeke, mag ik nu al een beroep doen op je giro? Graag ƒ 11.82 aan Indanthren huis, Leidsestraat 89-93 A’dam C, no. 44131 – je zult deze som misschien nog hebben van de ƒ 60.- gaarne. E.
[5]
HOK
20e oktober ’31.
G. Mijn eerste brief na een zeer aangename onderbreking. Bedankt voor de speeches vanuit Sabang. Tommy hebben we uw brief vanuit Colombo ter ruiking gegeven, maar hij dacht dat hij erin bijten mocht, zodat uw groeten op de verkeerde plaats terecht zijn gekomen. – Voor de verjaardag van Thijs hebben we een sigarenaansteker gekocht. Ik dacht dat hij niets van zo’n peut-être hebben moest. Vaders sigaren-aansteker is nog steeds een zeer geliefd speelgoed; zijn scheerkwast prijkt nog altijd in zijn oorspronkelijke haardos op de wastafel. – Wat hebben wij met u te doen, nu u weer in dat koude, natte land zit. Hier is het anders ook nat. Erger schijnt het te zijn bij de Schüllers, waar we de weekend hebben doorgebracht. De zondag hadden we net een paar uur droog weer. We zijn de laatste tijd niet veel meer op tochten uitgeweest. We halen onze visites in. Waarom schrijft Em zo weinig. Nog niet bekomen van de indische “hitte” of zondert ze zich af van de wufte wereld.
Tommy denkt nog altijd, dat u hier bent. Elk wandelend paar en elk alleen lopend jong meisje wordt bekwispeld en bejankt. Dag Hok.