1931-05-26

HOK

26 mei

G. Mijn griep is nu weer voorbij. Het is altijd oppassen wanneer men van de warmte terugkomt. Bovendien hebben we het hier momenteel erg kil, nog altijd is de regentijd niet achter de rug. Algemeen zult u wel horen dat Indië een warm land is, waar men precies als de vissen nooit een droge huid heeft. Voor Bandoeng is dit stellig niet waar. Hiermee moet u met uw uitrusting rekening houden. – U zult hetzelfde ondergoed aan kunnen als wat u ’s zomers aan heeft. Demi-saisons zijn weliswaar overbodig, maar u zult dit kledingstuk toch wel mee moeten nemen, daar u tegen de herfst weer in Europa terugkomt. Een regenjas kunt u wel meenemen, ofschoon ze in de flinke plasbuien die we hier hebben van weinig nut zal zijn. Ik neem er b.v. nooit een mee naar kantoor, het geeft toch niets wanneer men door een Indische regen fietsen moet. Prettig is zo’n ding in een auto, ofschoon weer meer of minder overbodig. Witte toetoepjassen[1] worden hier zeker nog gedragen, ze zijn gemakkelijker in verband met het feit, dat men zo’n toetoepjas direct over zijn onderkleren draagt. Langzamerhand is die dracht er echter bij de beter gesitueerden uitgegaan, omdat ze warmer is, dan het zitten in overhemd alleen. Vandaar dat open jassen meer gedragen worden, natuurlijk ook omdat het velen beter staat. Naar mijn mening kunt u ze gerust nemen, tenzij u vreest dat ze – beoordeeld  naar Indische maatstaf – u niet goed zitten. U moet n.l. weten, dat Indische kleren door firma’s in Holland gemaakt, nooit of bijna nooit goed zitten. De pakken door Indische kleermakers gemaakt zitten n.l. als gegoten om je lichaam. Wat in Holland als goed zitten wordt beschouwd, kan hier als slecht zittend blijken. In elk geval past u met het ondergoed aan wat u hier denkt te zullen dragen. Voor visite of uitgaan zijn toetoepjassen niet geschikt. Men draagt hier algemeen palmbeach pakken, die hier bij de beste kleermakers goedkoper zijn dan in Holland. Uw linnen pak kan hier zeker gebruikt worden. Ook aan boord. Zeker zult u zomercolberts kunnen dragen voor

’s avonds. Eventueel zoudt u een palmbeach hier kunnen laten maken; zulke pakken kunnen in Holland ook gedragen worden. – Tot Port Said zult u waarschijnlijk in uw Hollandse zomerkleren kunnen; Port Said – Perim zal waarschijnlijk erg warm zijn (duur van dat gedeelte der reis ± 7 dagen). Voor dit traject nodig eventueel Schiller hemden, linnen of katoenen pak (event. zonder colbertjas) voor overdag; geen bretels, maar een b.v. witte riem; voor ’s avonds linnen of licht zomerpak. Hoe u zich ook kleedt, wanneer het daar warm is, zult u het hoe licht u ook gekleed bent, warm hebben (te vergelijken met hittegolf in Holland). In de Indische Oceaan – tot Batavia – zult u uw zomerpakken kunnen dragen, of eventueel uw linnen pakken. Linnen schoenen zijn niet nodig, evenmin een helmhoed. Een plaid voor de reis is altijd prettig. Aan 3 witte pakken en 1 palmbeach had ik voor de reis voldoende. Met 4 tot 5 witte pakken heb ik voor gebruik overdag het hier in Bandoeng kunnen doen. Aan boord is een wasman. – Voor het transport van uw koffers op uw terugreis hoeft u nog niet naar Crans te gaan, dat gebeurt aan boord op uw terugreis. Kredietbrief is handig, maar ook baar geld meenemen b.v. ƒ 100.- Hollands en ƒ 100.- Indisch geld. U kunt een gedeelte van uw geld in Holland alvast tegen Indisch geld wisselen (het Hollandse zilvergeld ƒ 1.-, ƒ 2.50 is dezelfde als het Indische). Aan boord wordt zowel Hollands als Indisch geld aangenomen, eveneens aan de havens die aangedaan worden. Eventueel zoudt u op die havens bij de verschillende geldwisselaars kunnen wisselen: [2] ze zijn vertrouwd, al zien ze er dikwijls zeer sjofel uit (eventueel informeren bij hofmeester). Dekstoelen kunt u aan boord huren, eigen dekstoelen mee te nemen geeft onnodige moeilijkheden, ze geven bovendien allerlei last bij uw verblijf hier. De handleiding die bij bespreking van passage verstrekt wordt geeft u hierover allerlei inlichtingen. Hebt u een hut in het midden van het schip? En denkt u eraan dat in juli de zon in het Noorden staat, zodat u een hut neemt die in de Indische Oceaan Zuid ligt. Veel verschil maakt het echter niet uit. Wel in verband met de stormen aan Cape Gardafui. Toen wij gingen, toen bleek dat onze kant (Noord en bakboord de Indische Oceaan) geen last van inslaande golven had, de andere kant wel. Hoe het echter in de tijd dat u reist zal zijn, weet ik niet.



[1] Toetoep=gesloten. Toetoepjas: hooggesloten colbert. 

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Hok
  • Soort: Luchtpostblad
  • Bijzonderheden: Dubbelzijdig beschreven, niet ondertekend.
More in this category: « 1931-05-25 1931-05-27 »