EIDA
7/4 ‘31
Geliefden –
Het is bijna 2 uur, mijn echtgenoot maakt zich op naar huis te komen, alwaar zijn geliefde echtgenote en Moeder hem met vreugde zullen verwelkomen. Ja, vanmorgen om half 12 kwam Mamma, bepakt en bezakt met lekker eten aangereden, Goddank reden haar familieleden door en kwamen niet binnen, want ik houd er niet van met m’n mond vol tanden te staan! Mamma is hier gearriveerd om door ons geamuseerd te worden! Een lastige taak voorwaar! Ze is nu al bij 5 doktoren geweest, het geen haast nog niet genoeg is. Goddank heeft de laatste haar nu gelijk gegeven dat ze iets mankeert, en nu krijgt ze injecties, die haar al veel beter hebben gemaakt. En ze mag geen rundvlees, en nog een heleboel meer. Ik hoop dat de dokter haar op die manier beter krijgt. Overigens is haar “ziekte” niet anders dan verveling, waardoor ze zwaarmoedig is geworden. Dit zeiden de rest van de doktoren, aldus moet ze door ons opgewekt worden. Ze wil straks naar de bioscoop en daarnet heeft ze staan koken. Ik hoop dat haar zijn bij ons helpt, Houw schreef dat ik maar belang moet stellen in haar kookkennis en daarover met haar praten, dan wordt ze wel beter! Waar je een schoondochter al niet voor kunt gebruiken!! – Na deze woorden moet ik de soep opscheppen. – Daarnet kwamen A. en Th. ons gelukwensen met heden 7 april.
Al 3 jaar geleden, dat ik volgens Hok te veel Haute Sauterne gedronken had en niet [2] meer terug kon! Vandaag aten we als feestmaal stokvis. Het pak van jullie kwam vlak voor we naar Maswati zouden vertrekken en overal ruiken we stokvis, net als jullie vóór het pak vertrok! Het is erg lekker, Hok vindt het fijn, Mamma ook. De jurk is beeldig, hartelijk bedankt. Hij past me precies om het middel, enig, knap gedaan hoor! Welke maat is het eigenlijk? 44? Het kleedje voor Dien lijkt me erg leuk. Ik ben benieuwd of ik het voor elkaar zal krijgen. – We zijn allemaal erg verbrand. Het was zo fijn om samen op reis te gaan, we genoten echt. Het is hier ook zo mooi, overal waar je langs komt met de trein. Annie + zoon Jackie haalde ons van de trein. We hadden een beeldig chocoladenest van Paaseieren meegebracht. Gelukkig troffen we het, dat hij niet van het nest was af te slaan en aan niets anders meer dacht. Het is echt zielig voor hem dat hij enigst kind is en moet blijven. Hij is enorm jaloers op iedereen die zijn moeder aanraakt. Hij sloeg mij omdat ik met haar om het hardst naar iets toeliep en ik het won. Als Annie op Jan’s schoot zit (we deden beiden zeer “pas getrouwd”!), doet hij alle moeite haar eraf te halen. Hij is 2½ jaar, was dikke vrienden met Hok, vooral op het laatst toen hij Hok’s schoenen aan mocht en daar de hele morgen in wandelde. Van mij moest hij niets hebben en op het laatste ogenblik wist hij nog steeds mijn naam niet, hoewel Annie het hem 10 maal per dag voorzei. Met Hok’s naam leerde hij de “k”, en hij was er zelf trots op en zei het telkens weer. Annie was zelf ook buitengewoon aardig, we hebben haar nu leren waarderen. In je eigen huis, ben je op z’n best! ßJan is zeer enthousiast over zijn werk. Hij speelt piano, zonder een noot te kennen. Hij zegt [3] niet veel, is ook maçon, doet er helemaal niet geheimzinnig mee. We hebben het nog gehad over Krishnamurti. Jan en Annie zijn het absoluut niet eens over dat punt, lastig lijkt me.ßß We tennisten genoeglijk, reden ’s avonds in de maneschijn een eindje om met hun auto, en zwommen eens in de bak die Jan had laten metselen. Hok leerde me duiken, ik dorst eerst voor geen geld, een gekke gewaarwording als je opeens allerlei niet meer durft, ja ik word oud. Enfin, ik heb het dan toch enige malen gedaan en was razend trots. Hok is zo geweldig verbrand in zijn hals dat hij de hele dag “au” roept, als je er maar naar wijst. Annie is erg nerveus, daarom praat ze zoveel. We hebben elkaar enorm geplaagd. Ze gaat zo enig met Jan om, een leuk stel. – Ik ben wel van plan aan Mevrouw Schüller wat te schrijven, maar als je haar ziet, vertel dan maar van ons enthousiasme. – De dag voor we gingen, 1 april, was de gemeente Bandoeng 25 jaar. Hok werd met dame op “de Soos” genodigd, alwaar we de familie v.d. Bos ontmoetten, de schoonouders van Rein. Ze herkende ons met moeite, en danste lustig met de Burgemeester, die overigens niet danst, maar loopt! Ik danste ook met zo’n snuiter, die alleen kon walsen, een dokter van middelbare leeftijd. Het beroerde was dat de muziek 3 maal herhaalde, zodat je wel een kwartier achter elkaar dat moest uithouden; ik ben nog minder moe van een uur wandelen! Bepaald ongetraind! We bleven daar van half zeven tot 10 uur en moesten toen nog boterham eten. De meeste mensen bleven dan eten, wij niet vanwege de kosten. Achteraf moet het er een vreselijke dronkemansboel geweest zijn, Chris bleef wel. Ik ben blij dat we met de Tjen’s naar huis gingen. – De poes logeerde [4] bij de familie Ter Haar en kwam vanmorgen pikzwart terug, speelde daar steeds buiten. De kinderen daar hadden erg veel pret om hem gehad, vooral toen hij over de toetsen liep en zich niet liet afschrikken. – Hok genoot echt van zijn vakantie, was zo lui als wat, lag liefst, languit op de divan. Jan werkt van 7-9.30 en van 10-12.30 en van 3-6, en dan ook ’s zondags, zelfs met Pasen geen minuut vrij. Met moeite heeft Hok nog met hem kunnen tennissen, hij speelt erg goed en versloeg Hok, hetgeen Hok niet vaak is overkomen! – Ik zal trachten Mamma te leren patience spelen, ik zou ook duizenden kwalen krijgen, als ik de hele dag voor me uit zat te staren. – Goddank dat we de vliegbrief al hadden met het bericht over de voeten door Murk Jansen[1], ik schrok me eerst dood toen ik het las. Ik dacht dat het na Murk Jansen, weer was misgegaan! Maar gelukkig niet hè! – Bedankt ook voor jullie felicitatie met onze 7 – 4 – 18 – ’28. Ik ben benieuwd of jullie nog schaatsen zullen rijden, in april! Ik zit veilig op een afstand. Hok wilde Dien een theeservies geven, maar nu komt de salarisvermindering en heb ik gevraagd of P.S. mee wil doen. Dien schreef dat P.S. een vlalepel geeft, ik zou het een erge strop vinden, maar we zullen afwachten. – Voor het pakket betaalden we ƒ 3.39 invoerrechten, een aardig grapje! De modeplaat lijkt me beeldig. De jurk, net wat ik nodig heb, een tussenbeide, zonder mouwen. Het kon niet mooier! Zielig dat van de Haagen gestorven is, gelukkig dat hij toch zijn terugkomst en weer opbloei heeft beleefd.
Dag groet Jo maar terug.
Eida.
Hoe gaat het met Emma? [5]
HOK
7/4 ‘31
G. Hartelijk bedankt voor het pak met inhoud. Fijn de grote voorraad stokvis in huis te hebben. Hans, onze poes, was toen hij van zijn logeerpartij thuiskwam niet uit de studeerkamer, waar de kist van de jurk gelegen had, te krijgen: alles rook zo lekker. – Ook bedankt voor de gelukwens met deze dag. We hebben Haute Sauterne in huis! – Onze logeerpartij bij de Schüllers is erg geslaagd. Beiden aardige mensen; zij alleen wat al te nerveus druk. De omgeving is erg rustig, is vergelijking met ons huis mis je er de stadsgeruchten, die van tijd tot tijd ons huis bereiken. Veel verschil wat rust betreft is er dus niet. Een groot verschil is natuurlijk, dat wij alle gemakken van de stad hebben; ook is het bij hen aanmerkelijk warmer. Maar voor een weekend is het heel prettig, vooral daar het maar 1 à 1½ uur van hier af is. We zullen het bezoek waarschijnlijk nog wel herhalen. Wij zijn beiden duchtig verbrand én van het tennissen én van het zwemmen. Voor beide was er op die onderneming gelegenheid. – We kwamen gisterenavond weer thuis, begroet door onze bedienden, die op het huis goed gepast hebben. – Vandaag is mijn Moeder gekomen om van de Bandoengse lucht te genieten. Wat haar scheelt, is me een raadsel. Zo even belde ik de dokter op, bij wie ze in behandeling is, maar kreeg niets te weten, omdat hij geen inlichtingen per telefoon verstrekt. – Bij de Schüllers kreeg ik een boek in handen van Bo Yin Râ: Het boek van de levende God. Een mijns inziens prachtig boek, dat handelt over religieuze problemen. Het is absoluut vrij van dogma; het wil slechts oude waarheden, bewaard en ons overgeleverd door de “Stralenden van het Oerlicht” in een modern kleed geven. Het is zo anders dan de filosofische boeken die ik ken, het geeft geen filosofische spitsvondigheden, maar wijsheid. Het wil de God in ons laten leven. God is niet buiten ons, wij kunnen hem in onszelf vinden. Zeer juist is bijv.: de wetenschap onderscheidt, het splitst de werkelijkheid in eenvoudigere voor het verstand grijpbare delen, ze zal steeds minutieuzer gaan splitsen, steeds verder [6] gaan daarmee, het zal ons veel nuttigs geven, het zal onze zielenleven echter niet verdiepen. Verder: alleen wat wij aanvoelen als iets werkelijks, heeft waarde voor de ziel, niet dat wat we slechts hebben overgenomen. Wacht u voor gemeenten, zegt de schrijver, want wat zich tot een gemeente heeft geconsolideerd, al wordt er veel over “liefde” gesproken, heeft de levende waarheid niet… Er is er zoveel in wat de Jongh ons heeft verteld en wat ik volkomen kan delen. Het schijnt geen maçon boek te zijn, – mij is het per slot om het even – en zelfs vind ik dat het er tegen is, vide de passage over de gemeenten. – Heel eigenaardig is de passage: “zoek nog eerder schuld en zonde – doch wacht u voor de wil tot ‘heiligheid’ ”. Hij bedoelt hiermee, dat de wil tot heiligheid de mens doet afsluiten van de werkelijkheid. Ik ben blij dat dit boek me in handen is gekomen, ik had nog nooit daarvan gehoord. –
Misschien schreef ik u al dat men druk doende is me nog 14 maanden extra voor praktijk toe te kennen. Het houdt nl. verband met het feit dat mij nu mijn assistenten-tijd in Delft slechts voor 9/20 in rekening is gebracht, terwijl een collega het voor 9/10 berekend kreeg! Dat scheelt me ƒ 700.- en even zo vele maanden vervroegde traktementsverhoging. Voor deze tijd van bezuiniging en salariskorting is dit een buitenkansje.
Nu dag. Hok.
[1] Murk Jansen (1867-?) Orthopedisch chirurg Universiteit Leiden. Richtte in 1919 de Vereniging van Misvormden op.