HOK
11 november 1928.
Lieve Moeder,
Nog hartelijk gelukgewenst met Thijs' succes, zeker een pak van uw hart. Ook nog hartelijk dank voor alles wat u in de laatste maanden voor me hebt gedaan en voor uw raadgevingen. Ik hoop dat u zo langzamerhand overtuigd bent geworden, dat Eida en ik samen gelukkig zijn.
Het leven is nooit zo gemakkelijk of zo moeilijk als anderen het voor ons zien. Wat gemakkelijk of moeilijk is, is trouwens niet precies te zeggen. Moeilijkheden zijn er natuurlijk in elk leven, in het eenvoudigste als in het meest gecompliceerde; de vraag is alleen hoe de betrokken persoon er op reageert. Of hij het met vreugde aanvaardt, dan wel het als een last ondervindt. Want ik geloof niet, dat u reden hebt te zeggen, dat Eida en ik het leven samen lastig vinden.
De moeilijkheden die Eida en ik ondervinden zult u zonder meer, steeds als groter zien, dan ze in werkelijkheid zijn, omdat de omstandigheden buiten het kader van het normale zijn. Dat moeilijkheden er zijn, méér zelfs dan anders misschien, wil ik niet ontkennen, maar met liefde overwint men ze zeker. Eida noch ik vinden die moeilijkheden eigenlijk groot. Het rolt vanzelf voorbij.
Veel heb ik u eigenlijk niet te vertellen. Ik sta versteld, dat mijn garderobe geen extra gaten méér vertoont dan voor het gebruik perse noodzakelijk is. Het werk gaat met de nodige moeilijkheden rustig verder.
Het kamerleven bevalt me uitstekend. Ik leef nu op z'n Hollands, 's middags kalter Aufschnitt om 's avonds de hoofdmaaltijd te gebruiken. Jammer dat de goedkopere restaurants niet hierop berekend zijn, zodat ik met mijn avondhonger de opgediende schotels microscopisch klein vind. Eventuele nadere opvulling vind ik dan wel in droog brood, fruit en gedroogde pisangs. [2]
Het lijkt me dat ik nog duurder uit ben als toen ik nog in pension was, maar daarvoor mis ik de interessante gesprekken over het weer dat nooit goed werd gevonden.
De mensen waar ik bij woon heb ik door mijn "Kölnische Zeitung" gelijmd. Ze mogen deze krant van me lezen en dat verschaft me een extra goede verzorging en een zeer gevarieerde koffietafel, waarin ik tot op heden nog geen regelmaat heb kunnen ontdekken. Alleen het kousen stoppen heb ik er nog niet bij, maar dat doet de wasserij wel om een bagatelletje.
Met spanning verwacht ik Eida's komst. Het tijdstip waarop ze me het welkomst is, heb ik nog niet bekendgemaakt. Ik wacht van haar ook nog een voorstel.
Nu, het gaat u goed, met groeten aan Vader, Emma e.d. anderen.
Mocht Eida nooit mijn groeten aan u overbrengen, mag ik u bij deze voor deze nalatigheid (mijnerzijds) mijn excuses aanbieden en u verzoeken mij hiervoor een jaarlijks abonnement met automatische verlenging te willen geven.
Hartelijke groeten,
Hok
1928-11-11 Hok aan Moeder
Details
- Plaats: Bonn, Poppeldorferallee 68, Duitsland
- Auteur(s): Hok
- Pagina's: 2
- Soort: Brief, gelinieerd papier