1934-09-18

EIDA

18-9-‘34

Geliefden – Vanavond komt Dirk, dus moet ik nu deze brief afmaken. Gisteravond waren we naar het Russisch ballet dat me geweldig tegenviel. Ik had eigenlijk nog nooit iets dergelijks gezien, een troep die de hele avond alleen op balletschoentjes danst. Er waren 2 sterren, prima ballerina’s, eenvoudig technisch volmaakt maar net mechanische poppen. Ze tollen rond op één teen of een man houdt ze vast, tilt ze op – ik kan het niet verheffend vinden om daar je hele leven aan te wijden. Het is wel enorm gracieus en sierlijk en lenig, maar je moet er niks achter zoeken, want er steekt niks achter. Wél de dansgroepen van veel meisjes samen zijn mooi, een zwanen- en zigeunerdans waren erg geslaagd, maar die tollende juffrouwen is verschrikkelijk en dat beschouwen ze nog wel als de clou. We hadden eerst vanavond ook willen gaan, want ze gaven 2 uitvoeringen, maar Dirk zal er wel niks voor voelen en wij vinden nu ook dat we uitgekeken zijn. Ze geven morgen wel het Carnaval van Schumann maar als je dat van Lilly Green hebt gezien zal dit ook wel weer tegenvallen. – Die 3 vlekken maakt Axel net op ’t papier met zijn wijsvinger daar hij me wat wou vertellen. Hij maakt vanmorgen steeds natte broeken, maar hij doet ook niks dan drinken. – Voor jullie plezier heb ik weer laten wegen en met enorm succes: 3 pond erbij! Dat is ’t begin van de 10 die jullie me aanbevalen! Ik ben er ook erg blij mee want ik kan nu rustig blijven tennissen. Ik schrijf het toe aan de drank van Mevr. v. Vianen, want die nam ik juist een dag of 10 in. ’t Is nu weer op helaas en er is nog geen nieuwe – die drank helpt het vet verteren, en geneest de ingewanden. Sparmann zie ik alleen nog in ’t voorbijrijden of op de Kunstkring, Goddank! – Ik zit nu op het nieuwe platje, het is toch wel fijn om niet in ’t grint te hoeven zitten. – Axel drinkt nu [2] al altijd zelf en eet zelf af en toe met een vork, als wij het eten erop geprikt hebben, al kost het hem moeite mét de vorktanden + het eten in zijn mond te werken, het gaat met een reuze boog. De driewieler die Wytje hier achterliet heeft zijn belangstelling nu gewekt – hij kan er nog niet op trappen maar duwt hem alleen heen en weer – hij moet nog een eindje groeien om bij de trappers te kunnen – Wij zijn op ’t ogenblik een ontbijtkoek aan ’t bakken – Hij is beeldig gerezen, als hij nu maar gaar wordt, want dat is ons zwakke punt met deze oven. – De nieuwe djongos is een reuze goeierd – hij is kinderlijk eerlijk, erg plezierig. – Het gezicht in onze tuin is nog niet erg verheffend ondanks het platje, er ligt nu een omgevallen boomstronk en een nog vastzittende dito, de houthakkers nemen telkens een paar dagen vakantie en laten ons erf met de rommel liggen. We moeten nu alweer de garage van de a.s. buren gebruiken! – Zondagmorgen zwommen we op Tjimindi. Misschien herinner jullie je wel dat plaatsje vlakbij Bandoeng waar je langs komt van Batavia. De ex-baas van Bert Schutter is op ’t idee gekomen daar een zwembad te maken maar vóór hij er profijt van trok had hij ’t alweer verkocht. Axel vond het al minder akelig in ’t water – het was daar erg handig met treden, zodat ik hem telkens wat lager kon zetten en wat meer in ’t water. Op ’t laatst vond hij ’t zelfs goed dat Hok en ik van de kant doken en hij in ’t zonnetje in badmantel zat te kijken, eerst moest hij minstens m’n teen vasthouden om zich veilig te voelen. We waren daar met de Ortten. – Hok en ik oefenen ons in tennistheorie – we hebben het boek van Scheurleer en debatteren daarover. Ik heb al ontdekt dat elke bal van mij een bofje is als hij goed is, maar [3] ’t gaat helemaal niet volgens de regels der kunst. Maar ik heb het ook maar afgekeken van Tilly Kempen e.d.! en wist niet dat er überhaupt een systeem bestond! Hok heeft gister weer iemand verslagen door tactiek, die hij voor een paar maanden absoluut niet aankon, leuk hè – zaterdag heb ik ook weer een wedstrijd. – Wat afschuwelijk dat Malie’s moeder nu ook weer op zo’n ongelukkig ogenblik is gestorven – ’t is werkelijk bar – Maar het zal voor haar misschien toch wel een opluchting zijn, want die moeder was al zoveel jaren een zenuwpatiënte die de stemming in ’t hele huis drukte. Ik heb haar meteen geschreven toen jullie brief kwam, want zo op de maildag zelf, komt er toch niks van. – Dirk heeft geschreven dat hij in Preanger logeerde, hij moet zeker mensen bij zich ontbieden, maar ik heb toch nog even een briefkaartje geschreven of hij toch maar niet bij ons komt. In elk geval halen we hem van de trein. – Gister heb ik een tandenborstel voor Axel gekocht en hij vond het erg grappig dat die borstel over zijn tanden heen en weer ging – ik maakte er ook een lolletje van met spugen in een kommetje, wat hij nog helemaal niet snapte evenmin als spoelen. Hij drinkt het Odol water op maar één verdunde slok zal wel geen kwaad kunnen – Wat beroerd, Mam, van je ogen; is die duizeligheid nu weer helemaal over? ’t Is maar beter dat jullie ook alleen naar een dóórlopende voorstelling gaan dat duurt maar 2 uur, àls je gaat. Het is goed dat je je ogen ’s avonds maar spaart, vermoeit breien dan niet? – Wat [4] grappig dat jullie op 31 aug. – al die Indische muziek hoorde. Jullie hebt toch enorm veel plezier van de radio. – Hartelijk omhelsd met de verjaardagen van jongste kind en dito kleinkind! Daar heb jullie alweer wat te vieren. – Vader, schrijf jij eens goed de nieuwe spelling in je brieven? Ik heb eigenlijk nog geen idee hoe het is, moet NU cursus zo? En vakansie en lachen moet daar geen g in, en tuis? Anneke schreef nog niet over ’t chalet, ze zal wel wachten met haar brief tot na Menno’s verjaardag. – Jullie moet Anneke maar opdragen om dit jaar nog even wat te leren koken, ze kan het haar kokki best afkijken, want die vond zelfs genade in Hok’s ogen!! We hadden woensdag een collega Harloff te eten en verder zijn we niet uitgeweest, zelfs zaterdagavond niet, toen Hok zo’n slaap had dat hij om 9 uur naar bed is gegaan. Er was toch geen mooie film, want zaterdag is onze uitgangsavond. – Ik heb weer reuze last van roos plotseling – al m’n haar valt uit en het jeukt aan alle kanten. Ik kocht een middeltje van de kapper, die garandeert dat het nu weggaat, maar het goedje stinkt naar petroleum. – Wat een nieuws over ’t Koninklijk huis schrijf jullie. – Wanneer komt de centrale verwarming? Wat fijn ook voor Anneke en Thijs! Nu zullen ze ’t in Leiden wel helemaal koud hebben! – Daarnet vond ik weer een beknaagde chocoladereep in de trommel, Axel kan er eenvoudig niet afblijven en heeft er graag standjes voor over, waar hij de ernst nog niet van inziet. Hij weet alleen dat als hij aan tafel niet wil eten, hij dan naar bed moet – hij wil nl. weleens net doen alsof hij geen honger heeft en dan schiet je niet met hem op. ’t Is zo’n schooier!

Dag Eida [5]

[Randje pag. 1]

Een jolig kiekje van Moeder! Veel dank!

HOK

18 september ‘34

G. Het geheim van de nieuwe spelling heb ik nog niet doorgrond. Erg ouderwets. Hier is zij nog niet officieel ingevoerd. In Holland toch ook niet – Axeltje is al erg ondeugend. Hij weet de weg naar de koekentrommel al heel goed. Heel stilletjes gapt hij een bonbonnetje of een chocolaatje en Tommy vindt het heel best, omdat er nu en dan wat voor haar afvalt. Axel weet zich nu al wat verstaanbaar te maken. “Kom je”, “Tommy waar ben je”. En dergelijke korte zinnetjes kan hij al zeggen. Voor een buitenstaander is het alles natuurlijk nog Engelentaal. Hij heeft nu ook zijn dierenspeelgoed ontdekt. Vroeger keek hij er gewoon niet naar om. – Ons huis is heel wat netter geworden, de tuin is grotendeels weer opgeruimd. Alleen is de garage nog niet bereikbaar voor de auto, omdat een grote boomstronk de weg verspert. Ik zal blij zijn als alles achter de rug is. Dirk zit in de voorkamer met Eida te bomen. Ze kunnen het heel best samen vinden. – Het ballet werd gisteravond verknoeid omdat de muziek zo slecht was. Co Thysen speelt altijd de eerste viool, maar heeft er de capaciteit niet voor. Het was zeer vaak vals. Ik snap niet dat ze hem niet aan het verstand kunnen brengen om die plaats aan een ander af te staan. Zelfkritiek is erg moeilijk. We gaan weer de regentijd tegemoet. Van tennissen zal dan niet veel meer komen. – Wat naar van uw ogen, Moeder. Zou een zonnebril met Crook’s glas niet goed zijn.

Dag Hok

 

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 5
  • Soort: Luchtpostpapier
More in this category: « 1934-09-11 1934-09-25 »