1932-04-26

EIDA

26-4-’32.

Lieve kindertjes –

Het eind van de maand nadert ..... dus ook het begin van de volgende – de Kreikens spitsen zich er al op met ons te fuiven – we weten nog niet op welke manier. Het is nu half 7 en mijn echtvriend zit nog op G.B. – Aan deze manier van werken is ook weer een voordeel verbonden, nl. dat we als hij thuiskomt een gezellig vrij uur hebben – Meestal rijden we wat om met de beide hondjes mee, Tommy alleen op de achterband en Pasja vóór, want dit fraaie nummer heeft al kans gezien over het portier te vallen in een bocht, opeens hoorde ik een gil en verder niks, stopte snel en ziet: daar wandelt meneer achter de auto aan, alleen wat vuil maar verder niks! Precies op dezelfde plaats gebeurde dit, waar verleden maand m’n band opeens sprong. Voortaan ben ik dus blij als ik dát hoekje om ben!

Ik heb Anneke net opgegeven voor het Huisvrouwenblaadje – onze briefwisseling stikt in de vergissingen – telkens komen er brieven te laat over. Is dit nu bij jullie geregeld geworden?

Vanmorgen kocht ik een gezellige Butterick plaat waar de leukste modellen in staan – ik ben wanhopig weinig actief op ‘t gebied van m’n kleren – al maanden heb ik schoenen en jurken nodig, maar ik kom er niet toe de boel te kopen, ik ben werkelijk benieuwd wanneer er iets van komt!

Overigens ben ik nu steeds in de weer voor de IEVVO – Vanmorgen bekeken we het a.s. tehuis voor de crèche en het huishoudinternaat, dat precies volgens de regelen der kunst [2] zal worden ingericht, die meisjes helpen meteen in de crèche en leren zo babyverzorging, daar aan ’t hoofd van ’t geheel een gediplomeerde oudere verpleegster staat, die daar ook zal wonen. Verder hebben we nog een vergaderzaal in ’t huis en een kantoor, dus je begrijpt het moet een groot huis worden, hetgeen het juist ook wordt, liggende schuin tegenover Sparmann, op oud-Nordika, als we dat tenminste kunnen krijgen. Ik wil trachten Mevr. v. Vianen voor donatrice te strikken! –

Ingesloten over onze Dienst met een Amerikaans middenstuk – het is jammer dat Oppenoorth, Ter Haar niet wat meer op de voorgrond schuift, die toch de vinder is, maar zo zijn chefs meestal – het is net of dit op ’t goede ogenblik gevonden is, om de malaise te redden met die ƒ 50.000!! Het is overigens een mooie vondst, die ze al in september deden, maar stil hielden omdat anders de oudheidkundige dienst alles had afgegapt, om er zelf mee te pronken, ja, de mensen-omgang is nog niet bepaald ideaal.

We kregen een opgewekte brief van Ho uit Batavia – het bevalt hem daar best en Houw helpt hem bij ’t werk met allerlei. Houw is merkwaardig geschikt voor allerlei handigheidjes in de praktijk uit te denken en uit te voeren. Het is erg aardig van hem om Ho zo te helpen, geen wonder dat Ho liever bij Houw komt dan bij Hok, van wie hij altijd standjes krijgt! – Mamma is weer beter en wil wel met Ho mee, maar Ho wil haar liever niet bij nader inzien, daar op het landgoed waar hij werkt, de baas oppermachtig is en volgens hem spionnen heeft om alles over te brieven; dus is hij bang dat Mamma ruzie zal maken [3] of kletsen wat hem zijn baantje kan kosten.

We zijn benieuwd of het zachte weer zo gebleven is en of jullie werkelijk lente gekregen hebt.

Toch fijn dat Vader nu alleen Spittel heeft als leerling en geen kereltjes, die niet opschieten als die Bauer, is deze laatste ergens op school, of is hij ook al ouder?

Enig dat jullie het boek van Van Rossum ook zo merkwaardig hebt gevonden, de eerste helft is zeer aannemelijk hoewel je de indruk krijgt dat elk medium een intelligentie (noemt hij dat niet zo) kan laten spreken, en dat zo’n seance dagelijks voorkomt – Maar ik vind dat wanneer hij iemand van dáár[1] zo’n sentimenteel verhaal laat ophangen, hoe goed iedereen dáár wel niet is – dan vergaat je opeens het verlangen naar zo’n brave bende – ik snap ook niet hoe ze daar kinderen onderwijzen, wat een uitgebreid terrein is daar wel niet voor nodig en hoeveel leerkrachten, daar er toch elke dag hoeveelheden kinderen bij komen!

Wat enig dat Jackie[2] verloofd is – het komt haar echt toe, moge het iets blijvend zijn – ik ben benieuwd of jullie de jongeman ook eens zullen zien en wat voor type hij is.

Hoe is ’t met Moeder’s been?

Wij hebben deze laatste tijd heel veel getennist – we hebben nu geregeld 2 middagen in de week afgesproken met De Jongh en de Smitsen – En zondag vroegen de Kreikens ons mee naar Lembang te spelen op de banen van het hotel, jullie herinnert je wel! We kwamen pas om 12 uur aan de beurt, smoor – [4] daar de zon ook doorkwam en om half 1 regende het – Maar vóórdien zaten we fijn in de tuin van ’t hotel, waar ik me bezighield met het omhaken van de sierluier van Dien. Ik hoop erg dat het geheel zal passen daar ik het uit m’n hoofd naknipte; maar nu moet ik eerst voor Wytje aan de gang, daar Anneke’s verjaarsbrief de volgende week al weg moet – ik heb hoop dat die precies op 6 mei aankomt. Ik heb lichtblauwe tricoline gekocht, hetgeen bewerkt moet worden met wit en oranje –

Gisteravond waren we bij een Duitse collega + vrouw “Keil” genaamd – tot onze schrik vroegen ze, toen we weggingen iets in hun gastenboek te schrijven; wat wij maakten is niet overdreven geestig, zie Hok’s brief, maar toch origineler dan de citaten die er vóór ons werden ingeschreven.

Toen ik in enige kisten dook in de garage om m’n indertijd gehouden lezing (door Merema gemaakt!) voor het dispuut in Leiden eens op te scharrelen om te zien of ik er de moed voor zou hebben er nog iets voor de Vivos van te maken, vond ik daar de kiekjes uit Bellagio die we kwijt waren, reuze leuk, van ons op een bankje met Bellagio op de achtergrond en nog vele anderen, waarvan we al een stuk of 10 weer hebben laten maken in Indië – echt zonde dus, maar toch plezierig daar er ook bij zijn die we weg waanden. Het kiek album is nu vol –

Dien is nu in haar eigen huis, fijn voor haar.

Dag Eida [5]

HOK

Dr. Ir. TAN SIN HOK

BERLAGEWEG 3

BANDOENG

26/4 ‘32

Geliefden. Vandaag weer eens gepetroleumd, tot zeven uur. Ik kan niet zeggen dat het moeilijk verdiend geld is. Het is alleen een beetje vervelend en ook vermoeiend. Niets gaat nu eenmaal met luieren. Eida zal nu wel een mooie vulpen krijgen. Gisteren gingen we op visite bij een Duitse geoloog. Toen we opstonden om weg te gaan hebben ze me de doodschrik op het lijf gejaagd, ik moest in hun gastenboek schrijven en een gedichtje nog wel. U weet dat dichten mij niet dicht staat. Eidje heeft nu vanavond een poem gewrocht:

 

In Galoenggoenglaan

met Indische naam

Komen  langzaamaan

alle Duitsers te zaam

Van zeven en twintig tot en met één

Woont er geen ander dan Duitsers alleen.

Ze wegen hun baby

Ze bakken hun brood

Aan geologen daar geen nood!

Mocht gij weer eens gaan “von dannen”

Denkt dan soms eens aan de Tannen.

 

Prachtig, tenminste dat vinden wij! – Wat fijn dat het Moeder weer goed gaat. Tegen reuma wordt hier ook Minjah en Kajoepoeti gebruikt en een wollen lap er omheen. De lucht van die Kajoepoeti olie is wel te verdragen. Ik vind het niets onaangenaam. Bedankt voor het betalen van Van Halem en het Geol. Mijnb. Gen. Is onze schuld bij u al groot? [6]

De vondst van die oude mensen zal wel opzien baren in de wetenschappelijke kringen. Het is alleen jammer dat Oppenoorth alle eer voor zich opeist. Dat moest een leider niet doen, want de ondergeschikten kunnen er zich niet tegen verzetten. Alle eer van de vondst komt Ter Haar toe. Oppenoorth heeft anderen maar voor zich laten werken. Hij is in elk geval niet de vinder. Enfin, zulke dingen komen vaker voor.

Nu dag Hok.



[1] “Dáár” = “gene zijde”

[2] Jackie = Jacqueline de Ranitz, kleindochter Oom Izak Cohen, broer van Moeder (= Sara Cohen).

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 6
  • Soort: Brief, gelinieerd papier
  • Bijzonderheden: Dubbelzijdig beschreven. Pag. 5 briefpapier Hok.
More in this category: « 1932-04-15 1932-04-30 »