1932-01-26

EIDA

26-1-‘32

Liefjes –

Anneke stuurde me net enige Sinterklaasverzen van jullie, echt enig zijn ze. Het toppunt vind ik Vader’s vers voor Moeder, dat is nog eens ritme en rijm, hoe heb je ’t gevonden, elke regel een vondst. Ik wou dat ik het zó kon, dat zou ik op ’t ogenblik goed kunnen gebruiken. Zaterdag ondertrouwen Henk en Riek en gister bij zonsondergang zijn we begonnen aan een vers. Het vervelende is dat er niemand bij zal zijn die piano kan spelen. Ik doe het toch maar op allerlei wijsjes want declameren is toch lang zo aardig niet. Ze moeten me m’n stem dan maar vergeven. Ze zouden eerst woensdag ondertrouwen maar voor mij hebben ze het uitgesteld – ik was wát blij maar eigenlijk speciaal met het oog op het gedicht dat erg lastig is. Ik heb Harry van Raalte ook gevraagd wat te maken en hij zal zijn best doen. Maar jullie wilt nu zeker eerst wat over mijzelf horen. Je weet dat ik niet op het Vivos feest was en dat men mij een menu stuurde. Mijn verhoging bleef constant en Hok was teneinde raad zaterdag en belde Kuyer maar weer op. Hij vroeg al door de telefoon of ik geel zag en hier gekomen constateerde hij geelzucht. Het is maar in geringe mate want niemand ziet het aan mij. Ik mocht toen opstaan omdat ik verder kiplekker was, alleen de verhoging. Ik moet oppassen voor tocht en mag niet tennissen en ver wandelen. Ik ben natuurlijk erg warm als ik even loop, maar verder ben ik weer best, alleen wat wankele benen. – Mevrouw Gunning is me zaterdag alles komen vertellen van het feest. Ze hebben het zo leuk gehad en alles was even geslaagd. Iedereen had een historisch persoon voorgesteld: één met een vis- [2] hempje als Isabella van Castilië, één met een Duitse postzegel en een notenbalk met een bis, als Bismark, één met een Grieks kapsel als Helena – ze hadden ook voor iedereen een spreuk op het bord, en verder nog een menuet-dans van één paar; en 2 die wat gezongen hebben. – Volgens Mevrouw Gunning had dit feest de Vivos echt goedgedaan en iedereen vergeet nu langzamerhand de twist van verleden jaar en nu is er weer een nieuw bestuur waarvan geen een lid iets te maken heeft gehad met die ruzie, dus dat is prettig. Eergister heeft de vorige quaestrix me het kasboek, het geld en alle paperassen gebracht, ik heb er een la in mijn bureaukant voor ingeruimd. Ik moet nu de rekeningen gaan uitschrijven, maar moet eerst de ledenlijst hebben. Het is nu erg lastig dat we geen telefoon hebben.  Misschien nemen we er weer één, hoewel onze hogere inkomsten pas in maart beginnen en we eigenlijk de huid niet mogen verkopen voordat de beer geschoten is! – Emma vertelde me dat ik nooit duidelijk heb geschreven hoe Henk en Riek elkaar kennen: we hebben ze samen te eten gevraagd en toen hadden ze direct veel aanknopingspunten, zij kende Jaap en hij haar zuster, het was een heel gezellige avond en Henk vroeg gauw, voordat wij onze auto hadden aangeboden, haar thuis te brengen. En omdat wij Henk graag wilden helpen, boden we toen onze auto niet meer aan. Tot ik op ’t laatst maar vroeg of ze ’t niet te ver vond om te lopen. Een lastig parket natuurlijk! Maar ze beslisten voor lopen en 4 dagen later was ’t voor elkaar, en kwam Henk ons zijn “meitje” voorstellen! Je begrijpt dat we niet wisten hoe te kijken! Dat is alles. Wij hadden direct haar hoedanigheden erg geschikt bijpassend bij die van Henk gevonden en hoewel zij niet iemand is, die maar verliefd wordt, lapte ze ’t hem toch binnen 4 dagen! Ze zit op ’t ogenblik tegenover me, op Hok’s plaats te schrijven, we hebben al heel wat afgepraat en ik heb haar aangeraden zich inwendig te laten onderzoeken, dát is nu een punt dat ik niet voor me kan houden. Mevrouw Beudeker is me vanmorgen komen opzoeken, ze was 4 dagen in Bandoeng. Ze is toch werkelijk een schoon- [3] moeder uit duizenden. [HOK ik ken een schoonmoeder uit honderdduizenden!] hoera! Ze heeft Dien alles gestuurd wat je je maar bedenken kunt voor de a.s. baby. Allemaal kleertjes die Nico nog heeft gedragen en dan goed om nieuw te maken tegelijk met bandjes, knoopjes, lintjes, borduursel enz. Enig hè! En Mevrouw Burgersdijk zal luiers sturen, dus ze hoeft niet veel te kopen, want ze krijgen ook nog een bedje en wagentje van Mevrouw Beudeker; en een zilveren kroesje en lepel, je kunt het zo gek niet bedenken. Mevrouw Beudeker is ook zo praktisch, ze zegt als ik het stuur, hebben ze geen invoerrechten en uit Holland wel. Ik ben echt blij voor Dien dat ze dat alles krijgt want ze hebben zo’n klein salaris dat er eigenlijk niets bijzonders af kan. Het zou me niets verwonderen als Mevrouw Beudeker het gedaan kreeg dat Dien in het Militair Hospitaal mag, want daar betaalt ze minder dan de helft van een gewoon ziekenhuistarief. Ze is ongelooflijk actief, enfin Dien heeft er niets dan plezier van. – Tommy’s baby’tjes gaat over, tragisch hè, ze is eerder slanker geworden. – Hok is Hok is eergister in Tjiandjoer geweest en heeft daar 12 jonge hondje gezien en met Chinees Nieuwjaar halen we er daar een speelkameraadje voor Tommy vandaan, misschien! – Hok moest voor zaken naar Tjiandjoer, maar daar ik nog niet uitmocht, moest hij alleen gaan. Ho heeft hem gewoonweg voor niets laten komen en is zelf naar Bandoeng gegaan. Dus die zondag zat ik op visite met Ho, zijn vrouw en 1 dochtertje, en Riek. Het was fraai en toen Hok thuiskwam was hij meer dan ziedend op Ho, die dan ook zijn huid vol gescholden kreeg, de onnozele bloed. Hok heeft Mamma in Tjiandjoer gezien. Ze maakt het enorm goed en heeft maar in de 3 weken eens nog een slaapmiddel nodig. Erg plezierig hè. Ze heeft indertijd een wollen sjaal gemaakt voor Mevrouw van Gilse en Henk heeft het zeker in een latere brief [4] gezet, maar Mevrouw van Gilse schrijft enthousiast aan Riek, in de mening dat Riek hem gebreid heeft! – Tommy heeft flink jullie laatste brief geknuffeld, de enige die hij heeft aangeraakt, hij kent jullie reuk en brieven nog steeds! Hij wil ons straffen dat we nog steeds geen brievenbus hebben! – Anneke’s paviljoentje is alweer bewoond. Verbeeld je dat Mamma daar in haar eentje een huishouding moest hebben met bedienden, wie zou dat moeten betalen?! Ho geeft haar al niet eens meer maandgeld, dus Houw en wij, terwijl wij ook nog al haar doktersrekeningen hebben. Ze zit daar nu uitstekend in Tjiandjoer in haar eigen omgeving. Aan de Da Costaboulevard zou ze alleen zitten tussen allemaal Europeanen, ze zou er na één week weglopen. – De man van Mieke heeft dus een buikje? Maar nu kun je toch wel zien dat Mieke in haar hart eenvoudig is, daar deze man het toch ook is. Wat zegt Emma tegen hem, oom? En zegt hij net als Gé “oom en tante”? – We hopen gauw te horen dat Moeder zich weer 100% voelt. – Ik heb een kiekje van Anneke’s huis gekregen, enorm groot hè. – Hok zit de hele dag bij Baukje. Ze kletsen meer dan dat ze vertalen en Hok helpt Baukje visite ontvangen en brengt haar naar de stad als ze daar zijn moet. Alles in de tijd dat men vertrouwt dat ze werken! Heb je ooit zoiets gehoord! Enfin – het is overigens goed voor Hok, want hij is nu wel wat moe, nu het werk eenmaal af is. Hij heeft wel wat vakantie nodig. We staan nu laat op want Hok hoeft meestal pas om 8 uur of ½ 9 naar Baukje. Vandaag kwam hij om 11 uur weer thuis, nadat hij Baukje naar een receptie gebracht had! Maar daarna is hij weer naar G.B. gegaan en komt om 2 uur weer terug. Ik vind het reuze leuk dat hij Baukje zo aardig vindt, want hij loopt anders nooit eens met iemand weg (figuurlijk op te vatten!!) – Is Mund op een notariskantoor? Hoeven ze dus nog niet naar Winsum? Gelukkig maar! –

Dag Eida [5]

HOK

G. Eida’s relaas over de voorgeschiedenis van Riek en Henk’s verloving behoeft enige aanvulling. Tommy heeft er namelijk ook een rol in gespeeld. Toen zij opstapten is Tommy hen nagelopen. Zij merkten het pas voor Riek’s huis, dat is helemaal bij G.B. Toen moesten zij hem wel terugbrengen weer. U weet dat in zo’n periode van kennismaking minuten kostbaar zijn. Hoe langer men bij elkaar is, hoe gunstiger. En Tommy heeft voor een ongedwongen gelegenheid gezorgd, het samenzijn te verlengen. Voor deze prestatie geven we “hem” nu dagelijks dan ook een mergpijp, zonder merg natuurlijk, want de mergpijp moet eerst een hogere instantie passeren! (= grote Tan!).

Met mijn werk schiet het niet al te hard op. Baukje en ik praten teveel over andere dingen. We vorderen per uur ongeveer 2 pagina’s. Momenteel hebben we er 50 van de 225 klaar. Haast heb ik niet, want ik moet nu wat uitrusten. Wat een vriendelijkheid van haar om zich voor de correctie van de taal beschikbaar te stellen. Het is heus geen prettig werk, noch voor haar, noch voor mij. Elke zin moet door haar begrepen worden, voordat zij het verbeteren kan. En voor mij is het intens vervelend, want hoeveel maal ik het werk al niet heb overgelezen en omgewerkt, weet ik niet meer. Enfin, het is voor het goede doel. De Jongh stelt er namelijk prijs op dat dit werk absoluut feilloos gepubliceerd wordt; hij is er zeer mee ingenomen namelijk, en vond het van zeer hoog wetenschappelijk gehalte. Hij voorspelde dat de verkregen resultaten jarenlang stand zullen houden en dat het werk ook door andere mensen dan geologen gelezen zal worden. De oplaag van het werk zal dan ook vergroot worden. – De resultaten heeft hij door en door bestudeerd; hij vond er allerlei aanknopingspunten in met de geheime leer van Mevrouw Blavatsky. Vanochtend spraken we nog een uur over Mevrouw Blavatsky’s ideeën over de onsterfelijkheid van het leven. Wat Mevrouw Blavatsky over de evolutie van het leven zegt is zeer merkwaardig. Zij staat wat zienswijze betreft diametraal tegenover de natuurwetenschap i.c. de biologie of paleontologie. [6] Wij bestuderen de vorm en uit de veranderingen die de vorm heeft ondergaan in de loop der tijden, leiden wij de evolutie van het leven af. Mevrouw Blavatsky gaat uit van het leven en ziet de vorm als vehikel, als hulpmiddel van het leven om zich te manifesteren. De hoogste vorm van leven noemt zij de menselijke geest, alles wat er geweest is aan vroeger leven, is slechts een voorbereiding van de menselijke geest. Inderdaad kunnen wij onze resultaten in die vorm gieten! De officiële wetenschap zal het echter nooit kunnen aanvaarden, want Mevrouw Blavatsky’s ideeën zijn metafysisch, terwijl natuurwetenschap slechts in het materiële beweegt. – Hoe dan ook, het is zeer interessant en de nadere bestudering waard. – Momenteel voel ik echter geen aandrang om me met deze problemen bezig te houden. Misschien later, als ik meerdere materiële ervaring heb. Het is ook gevaarlijk om je bezig te houden met deze diepzinnige kwesties, want wie er eenmaal de smaak van beet heeft, zal des te meer gevoelen dat onze wetenschap slechts de oppervlakte der dingen raakt en de diepten voorbij gaat. En wie dat stadium heeft bereikt, zal zeker geen enthousiasme meer hebben voor het specialisme der wetenschap.

Morgen is er weer Gemeenteraadsvergadering. Ik heb er nog veel voor te doen. Dus, tot een volgende keer. Dag Hok.

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 6
  • Soort: Brief, gelinieerd papier
  • Bijzonderheden: Pag. 5 en 6 briefpapier Hok