EIDA
4 mei ‘31
Liefjes –
Mijn eigen blok is al in de koffer, zo goed als alles is al ingepakt. Koffer pakken is één van de weinige dingen, waarmee we heel goed op tijd beginnen! Morgen vroeg om 7 uur gaat onze trein, de plaatsen zijn al besproken. We rijden aan één stuk door tot Kertosono, ± 1½ uur van Soerabaja, (per trein gerekend), alwaar de heer Liem Ghik Djien ons zal afhalen. Hij is ook ingenieur, zijn vrouw vroeger onderwijzeres, die Hok ook in Holland gekend heeft. Ik hoop maar niet dat ze al te erg geschrokken zijn dat ik met Hok meekom. Het schijnt een echt Chinese omgeving te zijn op hun suikerfabriek. We slapen daar één nacht, Meneer Liem brengt ons dan naar de plaats van Hok’s bestemming. Popoh, aan de zuidkust, per auto en ik rijd dan alleen (helaas!) weer mee terug en vertrek per trein naar Soerabaja. Leuk om eens wat van Java te zien, volgens Henk is het daar nu juist lekker van temperatuur, ik ben benieuwd. Onze koffers zijn niet erg zwaar, met onze allerdunste kleding! Jullie jurk is ook mee. Een voordeel daarvan is, dat hij absoluut niet kreukelt, fijn! Ik heb de hals heel wijd laten uitstaan, dat is flatteuzer, en ik denk de grote bloem midden op op m’n boezem te zullen dragen. Ook Dien’s kleed is mee, hoewel ik eigenlijk nog meer haast heb met allerlei babycadeautjes. Hok en ik hebben net een tjelana monjet voor Willempje Massink in elkaar gedraaid, d.w.z. Hok heeft een beeldige kikker getekend, die ik op zijn buik borduurde. [2]
[Tekeningetje hansopje]. Verhouding lijkt nergens naar!
Het model is zo: niet erg fraai! Maar het is opzij heel wijd, net als een clown! Hok moet de kikker er nog maar even op maken. Het is van roze zijde met rozerood omgefestonneerd, een rozerode kikker met blauwe ogen! Hij (de kikker) maakt er werkelijk geen aanspraak op dat hij, althans wat de kleur betreft, natuurgetrouw is! Ik hoop maar dat Pimmetje hem kan appreciëren. Hij gaat op de schouders dicht met een drukkertje. Het patroon heb ik van Annie Thijsse. – Gisteravond vierden we vast A.’s verjaardag. Een hartenwens van haar was een zakkam, dat schreef ik je al hè. In elk geval hij is zwart van buiten, net als haar hoed:
[Tekeningetje etuitje], opengeslagen aldus
[Tekeningetje open etuitje met kam] kam met zilverbeslag.
Ook maakte ik een keepje
[Tekeningetje keepje] lichtroze met rozerood omgehaakt en lint van die kleur. –
We bridgeden heel gezellig en Anneke had vruchtencompote en eigen gemaakte heerlijke cake. – Straks moeten Hok en ik nog even wat voor de kleine Remptjes kopen, we kunnen daar toch onmogelijk met lege handen aankomen – Hok wil meteen naar de film Napoleon, een stille film. Het nieuwste! als je de volgende morgen om 6 uur op moet. – Mamma is gistermiddag vertrokken, als wij weer thuiskomen, zullen we haar opbellen weer terug te komen. Ze zit nu in Andir bij een soort nicht. Ze vindt het niks leuk, maar daarvoor kunnen we toch niet thuisblijven. In theorie vindt Hok van wel! – Hoe vinden jullie dat Jan Erik in het geheim ook overkomt, enig. Heeft Tante Leidie daar ook schuld aan! Wij verdenken haar er sterk van. Het zal een leuk familie feest [3] worden. Hok komt de 12e of de 13e. Precies op Anneke’s verjaardag kom ik in Soerabaja. Het is wel jammer dat het net zo treft dat we 6 mei niet hier kunnen zijn. Maar Hok wou daarvan profiteren dat hij in de buurt was. Een geoloog blijft altijd en overal geoloog! – Ik heb net nog even enige piano accompagne-menten doorgespeeld van duetten die Anneke met Zus wil zingen. – Wat enig toch dat jullie hier komen. Telkens schiet het me weer door het hoofd met een vreugdeschok. Wat zullen we allemaal doen!? – Allereerst komt nu waarschijnlijk Jan Erik op het logeerbed, de 20e gaat hij met de Sibajak (!!!) terug naar Medan en dan gaat de Sibajak door om jullie te halen! Ik zal hem vragen goed naar hut 225 te kijken, dan kan hij jullie vertellen hoe die is. – Dacht je soms dat wij niet snappen dat jullie nú wilt komen, vooral om Anneke! Het was het eerste wat Hok zei, na het lezen van de brief. Dit punt zou je b.v. punt A kunnen noemen, net als lijn A, die vóór alle andere trams gaat. Nou, jullie hebt gelijk, wat zouden wij erop tegen kunnen hebben! – Marietje van ’t Hoogerhuys heeft laatst toen ze met verlof ging een kleine blikken koffer van ons meegekregen, misschien kun jullie hem gebruiken en zo weer mee terugbrengen. – Verder wil jullie misschien aan Mevrouw van Gilse vragen of ze wat voor Henk meegeeft. – Onze Hans gaat dadelijk weer uit logeren, evenals ons aquarium met 4 visjes, waaronder 1 goudvisje (nog niet zo lang als een halve pink). Alles gaat naar Mevrouw ter Haar, die heeft een harmonica huishouding. – Gelukkig dat oom Jaap nu weer gezonder is. – Het is Emmy Olivier’s schuld [4] niet, dat het net lijkt of Jo alles doet en zij niks. Het knapste van haar is, dat ze zich erin schikt, ze ziet in dat Jo, wat dat betreft een hopeloos geval is. Ze zijn het gelukkigst als Emmy net doet alsof Jo alles bedenkt en ze hem niet tegenspreekt. Jullie ziet het verkeerd in. Nu Jo zo praat over “zijn” inkopen en zìjn huishouding, nu moet je niet denken dat Emmy hem voor alles laat opdraaien. Hij is misschien te lang vrijgezel geweest en al te bemoeiziek, kan helemaal niet hebben dat een ander iets beter zou kunnen dan hij. Je moet niet denken dat Emmy niet mee helpt “dragen”. Ik geloof juist dat ze ideaal voor hem is, door al zijn merkwaardige hebbelijkheden te kunnen ”verdragen”. –
Hok doet pogingen zijn legaat los te krijgen, of althans het vierde deel ervan
(ƒ 267.50) dat ons is toegewezen. Die mensen doen alsof ze stokdoof zijn. – Het is wel ontzettend heet in de Dode Zee in juli. Vraag ook aan Dommering wat hij ervan vindt, als je in die tijd gaat.
Dag, ik moet eindigen.
Eida.
HOK
Even een krabbeltje in haast. De boel moet nog nagekeken worden – of alles compleet is – en een gedeelte moet nog ingepakt worden. Als de koffers maar dicht kunnen. Een rimboe uitrusting is geen ideaal om mee op reis te gaan.
Dag Hok