1929-12-17

EIDA

Dinsdagmorgen 17 dec.’29

Schatten –

Allereerst onze gelukwensen met Tante Eefje (die ik nog steeds niet schreef), Marietje Borger (wel geschreven), en Joke (te laat geschreven) + de een en de ander die we niet meer weten! Hier is niemand jarig voor zover we weten, maar gister daarentegen, offreerde Hok me 8 morgenkusjes en mocht ik raden wat dat betekende, weten jullie het? Ik wel! Ook in andere opzichten was gisteren een veelbewogen dag, waaraan een kale vooravond voorafging. Op die vooravond, dus zondagavond hadden we om 7 uur een beeldige gedekte tafel voor 3 personen. Bong (je weet wel uit Batavia die hier laatst met Houw logeerde, ook mijningenieur, maar leraar) had gevraagd hier te mogen overnachten zonder meer. Wij ontvingen de briefkaart te laat om te antwoorden, maar wie er kwam – geen Bong. We aten maar samen aan de grote tafel met een grote schotel “petjil” en om kwart na 10 zijn we bedwaarts getrokken, terugkijkend naar ons beeldig opgemaakte veldbed beschermd door een, aan touwtjes zeer vernuftig door Hok opgehangen, klamboe in ons logeerkamertje, waarin een zilveren vaasje een klokjesorchidee prijkte! – Je denkt nu misschien dat ons logeerbed in rook was opgegaan – maar nee – daar rustte Jan Albert in bij Anneke, waar hij 2 x een weekend doorbrengt. – Bong was hier met z’n leerlingen en Hok leidde gister, dus maandag, de helft daarvan door zijn paleontologisch museum en toen ik thuiskwam om half 2 zat me daar dat [2] stel samen te eten: Bong en Hok. Je ziet hoe ingewikkeld het leven hier is, want die morgen, dus gister, dus maandag – toog ik al om half 10 stadwaarts, per fiets natuurlijk, om allereerst ƒ 11.- aan de waterleiding te betalen, die een stuk nieuwe leiding zullen maken, zodat de bedienden ook een kraan voor zichzelf hebben. Dit gedaan zijnde, was ik een kwartier te vroeg in de stad = op Braga (dé winkelstraat), alwaar ik met Fietje van Houten-Hannivoort (over wie Anneke misschien al schreef in ongunstige zin, vanwege het jaloerse hart omdat deze jonkvrouw vroeger op Thijs verliefd was {naar zijn zeggen althans} en het nu nog is {naar haar = Anneke althans}) die in Leiden met Thijs op ’t Gym was. Deze jongedame is getrouwd met een collega van Hok, en zaterdagavond waren we bij hen op bezoek. Verder is deze Fiet “Vivos”-lid en noemen wij elkaar bij de naam, hetgeen een uitzondering hier te lande, daar een ieder die Mevrouws-titel zo fraai schijnt te vinden dat hij door niemand over het hoofd gezien mag worden! Met deze Fiet dan, sprak ik af te half elfder ure een cadeau voor de V.V.S.L. te kopen, dat eind januari lustrum viert – dus wel te elfder ure, daar dit cadeau zeker te laat komt, maar in dit geval de schuld aan Semarang, dat zijn oud-V.V.S.L. bijdrage maar niet wil sturen.– Aldus ik was een kwartier te vroeg ter plaatse, welke tijd ik te baat nam om in de smorende zon de “mail” te lezen, de welke net die morgen gearriveerd was en waarvoor ik nog geen tijd gehad had. – Eindelijk verscheen zij + ene Mevrouw Ferguson, een tijdgenoot van Fiet, die tegen mij “Mevrouw” zei (zie boven). Deze dame is mij in die mate onsympathiek als mogelijk is, dus echt geschikt voor het samen uitkiezen van een cadeau van ƒ 105.-!! We waren in een Javaanse kunstwinkel en ik zette direct mijn zinnen op een grote gong van ± 1 m hoogte [Tekening gong met tekst: versierd houtwerk en koperen gongdewelke door de V.V.S.L., [3] voor vele doeleinden gebruikt kan worden bv. wanneer een voorstelling begint of het diner! Mevrouw Ferguson wilde een compagnie’s kist of antieke bank – Fiet ging mee met haar die ‘t meest overwicht had – en de weegschaal helde naar mijn kant maar nu: hij kostte ƒ 110 .- en dan de verpakking + vervoer!! Ik dacht direct aan Jaap Kunst, die alle soorten muziekinstrumenten weet te vinden en na redeneren van ± 1/2 uur werd Jaap opgebeld. Hij kon ons misschien helpen aan een van ƒ 80.- dus net goed voor onze beurs. Wij togen naar hem toe op G.B. en spraken met hem af, (dit alles onder zijn kantooruren!) en alles zal wel goed komen. Een expert moet je in zoiets raadplegen, anders koop je een kat in de zak. Van Jaap vandaan zouden we nog even naar Hok, die niet te vinden was. Alle ingenieurs stormden door het gebouw om Fiet’s en mijn man te zoeken. Thuisgekomen vond ik dat stel aan tafel (zie boven). Intussen hadden we nog een stortbui gehad op het blote heuft zodat ik nu aan de verkouden kant sta. – Als je soms dacht dat de week verder gewoon liep, had je het mis. Allereerst woensdag “Vivos”, alwaar ik met gejuich begroet werd vanwege de “Izal”, je begrijpt, allemaal huisvrouwen. Voorts werd ik in de Feestcommissie benoemd tot viering van de jaarvergadering in januari, met Mevrouw Ultée, over wie ik al schreef, die ik in hoge mate vereer, voor wier vriendschap ik veel zou geven (m’n bakvisnatuur is nog niet geheel afgelegd!) + Fiet van Houten meergemeld. Ik weet nog helemaal niet wat te doen; maar eerstdaags ga ik naar Mevrouw Ultée, die mij daartoe uitnodigde (hoe gelukkig ben ik!!) om haar meteen “The love-letters of a Chinese lady” te brengen, waarvoor ze zich [4] interesseert. – Verder stopte ik donderdagmorgen 11 paar sokken van Hok, er zijn er nu nog 2, Goddank! – Zaterdagmorgen 6 paar kousen van mezelf (en er zijn er nog meer, niet veel!), waarin ik gestoord werd door een automeneer die me een trouwkaart in de hand stopte, waaruit bleek dat een zekere Dr. Thio, reeds vier dagen in het huwelijk getreden, die avond om 7 uur hier receptie hield in Bandoeng. – De heer Tjen, vertelde dat we daar moesten eten, maar (“ieten ken ‘k thuus wol!” hoe schrijf je dat?) en wij aten vooraf, hadden bovendien met Van Houten afgesproken, welke afspraak hernieuwd werd en gesteld op “vóór elf uur”! In een keurige huurauto (die hier niet van “eigen” auto’s te onderscheiden zijn in dit land van “schijn”) togen wij erheen en kwamen in een heel verlicht, versierd huis, stikvol bloemstukken, zeker een 100 keurig opgesteld door de voorgalerij en binnen. De broeder van de bruigom bood me de arm (ik was zeker een hoofd langer dan hij) en voerde me voor het bruidspaar: hij in rok, een aardig gezicht – zij in ’t wit – een lelijk meisje (een wonder want er bestaan vele mooie of lieve Chinese meisjes). Ieder die het bruidspaar gefeliciteerd had werd aan een tafel gezet, links de Chinezen, rechts de Hollanders (er waren er veel!), Hok mocht met mij mee!! Mevrouw Tjen kwam ook, nam me mee naar de vrouwen, die altijd binnen in de warmte zitten! Een Engelse dame, gouvernante van een Chinese mevrouw sprak me direct aan en hield hele verhalen tegen me, die ik grotendeels wel verstond, maar die ik telkens in ’t Maleis wou antwoorden, daar m’n andere buurvrouw Maleis sprak, ik moest enige minuten op een antwoord zinnen, maar ze waren allemaal zo jolig, speciaal deze Engelse en Mevrouw Tjen, zodat ik niet bang was voor fouten. Mevrouw Tjen spreekt vloeiend Engels-Maleis en Hollands en een beetje Chinees! – ook nog Soendanees. Met champagne klonken we op het bruidpaar en toen wou ik weer naar Hok gaan, die buiten was bij de “mannen”. Enige dames trokken mee en we vormden een heel gezelschap, let wel: gemengd! – Maar als Chinese heren alleen Hok en Tjen – verder Hollanders en Hollandsen. [5] Meneer Tjen had al vele glazen champagne op en een ieder was even jolig! Toen kwam de schildpadsoep, maar toen moesten Hok en ik toch naar de “Van Houten’s”. We vonden het werkelijk jammer en Hok wou het zelfs telefonisch afzeggen! Maar de auto van Tjen bracht ons, heerlijk! – Gister trouwde een neef van Betsy: Thung met een meisje Tan, ook daar moesten we heen. De Tjens gingen zondag, wij dus(!) ook; hoewel Hok voor maandag al vrij gevraagd had! Mevrouw Tjen ging in Sarong en Kabaja, want hier was men niet zo Europees als op bruiloft I. Op bruiloft I werd niet gedobbeld (er waren haast geen vrouwen!), op bruiloft II werd bijna door ieder gedobbeld (niet door de mannen – er waren heel veel vrouwen!). Op Bruiloft II was 1 Europese (behalve ik) die zeer ongegeneerd van alle lekkernijen op tafel at en toen nog de auto wou hebben om thuisgebracht te worden. Dus van ‘t genre “onaangename Europeanen”, bovendien bij ’t afscheid gaven ze de bruid, Mevrouw Tjen en mij de hand, de rest niet! – De bruid was in ’t Saumon satijn gekleed met schoenen en kousen van ’t zelfde – ik weet niet of ze hier ook in trouwde – het bruidsbed was weer als dat in Buitenzorg, alleen als het kan nog “rijker”, nog meer tullengordijnstof, 3 soorten gordijn over elkaar, alleen aan de kant waar men instapt, anders zouden ze zeker van de hitte sterven! Verder cadeautjes waaronder: 4 poederdoosjes van zilver = 3 teveel!, verder gebaksvorkjes en theelepeltjes, geen eetzilver! Een verlanglijst is toch maar je ware, dan krijg je niks dubbel (hm! hm!) maar dan krijg je tenminste nuttige dingen! Een nichtje van Betsy, dat [6] al even knap en vooruitstrevend is, amuseerde daar een ieder, ze was erg jolig, sprak vloeiend Maleis, Hollands, Engels en Chinees, hetwelk ze om de beurt tegenover ons demonstreerde, er waren nl. 2 Chinese leraressen. – Ze was alleen met haar zusje in China geweest en Mevrouw Tjen wil niet eens haar dochter van 18 jaar alleen ’s morgens door Bandoeng laten gaan!!! naar een bruiloft!! Haar moeder was 3 maanden geleden gestorven en nu droeg zij een lichte jurk en zei: “ik rouw niet om de mensen”, ze droeg een verlovingsring en had zich verloofd voordat ze van elkaar wisten “hoe rijk ze waren”, puur uit liefde. Ze is 23 jaar, jammer dat ze niet gaat studeren; Hollands heeft ze alleen van “horen” geleerd, nooit op een Hollandse school geweest. Ze doet jolig, want ze vindt dat het niemand aangaat, hoe ze van binnen is. – Met haar en de Bruid zaten Mevrouw Tjen en ik voor het bruidsbed te converseren, we zouden blijven van 10 tot 12 v.m., heel erg lang hoor – ik droeg lange mouwen, het was er warm – toen we weg waren, heb ik Hok voorbereid dat ik er voorlopig genoeg van had van dergelijke feestjes. – Ze verwachten dat je daar de hele dag van 8 v.m. tot 12 n.m. daar zult blijven! En waren diep verontwaardigd dat wel al (!) weggingen. Goddank moesten de Tjens de trein halen en deden wij alsof we mee moesten. We aten nog even een bakje laksa (vraag Tek Bheng maar), ongelofelijk lekker. Aldus presteerde wij. – Gister zijn we lid geworden van de Bandoengse Kunstkring: waarvoor ik mijn blauwe zijde met lange mouw moet veranderen. Korte mouw mag ook wel denk ik. – Het plateautje van Hoying is gekomen, zij betaalden er ƒ 1.07 ½  voor en wij 61 cent! – Fijn dat onze schuld bij jullie, dankzij P.S. zo verminderd is. Deze maand, ondanks de tandarts ƒ 50.-,  zullen we ± ƒ 100.- overhouden dankzij Izal ook!, maar wij sturen jullie: couponnetjes. – Dien schrijft ook enthousiast over Bep’s en haar bezoek aan jullie. Hoe kwam Paul Lange die Prof. Antoniades toe te spreken?

Wanneer is Mevrouw Kunst jarig? En tante Jenne? Wanneer is hun trouwdag?

[Randje 1 pag. 1]

In jouw Chopin album staan andere stukken dan in de onze, gelukkig. Ik ben benieuwd of je nog een bontjas kocht? Als zo een je maar niet te zwaar is. Zijn je ogen al wat beter? Wat voor concertabonnement hebben jullie? Ik herinner me de naam Bep v.d. Harst wel, maar ik weet niet meer hoe en wat.

Eida

[Randje 2 pag. 1]

Ik hoop dat jullie “Mooi Bandoeng” ook te zien krijgen. Laatste mop van Jaap Kunst: waarom weegt een postzegel geen 25 gram? Probeer dan maar een brief goed te frankeren? Flauw! – De Koloniale School[1] mag zeker haar uitzet-opgaven herzien – wij hebben nog lang niet zoveel gekocht als daar werd opgegeven. Slopen heb ik niet teveel – handdoeken valt misschien ook mee. We zijn hier pas 1/2 half jaar hè. Onze zonnebloemen zijn van jouw zaad, de kiek ervan mislukte helaas. [7]

HOK

G. Bij al die fuiven, die hoogst vervelend en druk zijn, werd ik door Heer Tjen aan de verschillende vooraanstaande Chinezen voorgesteld. Zo goed en kwaad als het ging, Maleise conversatie gehouden. Bij de eerste bruiloft  – Dr. Thio, is een grote vriend van Loe Ping Kian, die nu arts is – vele niet Hollands sprekende rasgenoten, die in een apart hoekje zaten, mekaar aan te kijken. Bij de tweede vele wel Hollands sprekenden.

Op zo’n fuif, al mogen ze de naam receptie alleen dragen, wordt steeds gegeten. Een receptie, zoals wij die bij ons trouwen gehouden hebben, zou hier onder Chinezen gewoon onmogelijk zijn. Zij zouden zo’n ontvangst zeer ongastvrij vinden. Hier kan zowat een ieder komen meefuiven, u begrijpt wat dat aan de gastheer zal kosten. – Zaterdagavond werd ter fuifplaatse het eten bij vrachtauto’s vol bezorgd; alles van Maison Bogerijen – het bekendste restaurant van schoon Bandoeng. Bediening eveneens door djongossen van Bogerijen. Jammer dat we niet langer blijven konden dan de Turtlesoep die volgens Eida te vet was, volgens mij desondanks heel lekker.
Weggaan van een fuif voordat die verloopt of eindigt, is bij de Chinezen een zeer moeilijke kwestie. Je kunt er haast niet vandaan komen, omdat men dat niet verwacht, en men moet allerlei schone zinswendingen gebruiken, om niet de indruk te wekken dat de fuif je niet prettig is geweest. [EIDA Ze zijn lastig van hartelijkheid!]

Een Chinese bruigom – om maar niet te spreken over de bruid – is niet te benijden, in Holland wordt hij slechts een enkele maal befoven en recipieert hij gedurende 2 uur maximaal. Maar hier, ach arme echtgenoten in spé, …. vader en moeder geven een fuif, schoonvader en schoonmoeder geven er daarna of daarvoor nog een, [8] want ze willen niet voor elkaar onder doen. Meestal eerst bij de ouders van haar, dan trouwen ze, en daarna een fuif van de ouders van hem [EIDA soms tot 10 dagen aan een!] En daarna huwelijksreis. Ze trouwen sinds 1919(?) ook voor de Burgerlijke Stand. Voordien was er voor vreemde Oosterlingen, waartoe Chinezen behoren geen Burgerlijke Stand. Maar dit wordt als formaliteit beschouwd, evenals bij de Katholieken. De hoofdplechtigheid gebeurt voor het voorouderen altaar. De bruid wordt voorgesteld aan de zielen van de voorvaderen en dan pas is het huwelijk geldig. Het komt nog wel eens voor dat men het verschijnen voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand achterwege laat, omdat men dat als iets overbodigs vindt. Dit gebeurt vooral bij de niet-ontwikkelden. Natuurlijk tot groot nadeel van de vrouw bij eventuele echtscheiding, omdat zij voor de wet dan als niet getrouwd geldt.

Overigens is het huwelijksfeest een mengsel van Chinese en Europese gewoonten, waarbij gewoonlijk het Europese niet volkomen begrepen wordt.

De fuiven zijn duur, het komt voor, dat men zich daarvoor in de schulden steekt, dit alles is om stand te tonen. In de Gids van oktober 1929 komt een artikel voor over de karaktertrekken van de Oosterling. Als een der hoofdeigenschappen wordt vermeld: sterk ontwikkeld waardigheidsgevoel, bij de niet-ontwikkelden natuurlijk slechts uiterlijk. Het maakt dikwijls een protserige indruk.

“Zul je weer eens schrijven”, aldus schreef Emma aan mijn adres. Aan mijn lankmoedigheid heb je het te danken, dat ik je met die woorden niet vóór ben geweest, Em. Ik zal nog drie brieven afwachten en als het aantal woorden wat jij ons – nog wel met je nieuwe vulpen, vroeger was het nog te vergeven – schrijft nog altijd minder is dan 250, dan krijg je er geweldig van langs, dat is afgesproken?

Op het bureau geweldig druk, zie Eida’s brief, waar ze schreef over mijn afwezigheid. Dag Hok



[1] Koloniale School voor meisjes en vrouwen, werd opgericht in 1920 met als doel vertrekkende meisjes naar Indië een opleiding te verschaffen.

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 8
  • Soort: Brief, gelinieerd papier
  • Bijzonderheden: Tekening gong met tekst pag. 2
More in this category: « 1929-09-27 1929-06-11 »