1934-01-16

EIDA

G. – Jullie zullen nu mijn verjaardagsbrief aan Moeder wel hebben. De laatste brief van jullie is nog uit de week dat oom Jaap er logeerde dus daarna zal hij de brief wel gevonden hebben. Intussen heb je hem nu natuurlijk al gelezen en naar ik hoop bevredigend gevonden. 

Daarnet heb ik een prestatie verricht, door weer op de fiets te klauteren en helemaal naar de stad te rijden. Ik vond het eigenlijk erg fijn en doe het bepaald nog eens, ’t is ook een goeie bezuiniging! Het kwam doordat de auto in reparatie was. Door onze rit naar Poerwokerto is er het een en ander in ongerede geraakt, zodat er weer wat te maken viel. We zijn nu bij een nieuwe reparatie-inrichting gegaan en de rekening van ƒ 35.- viel ons erg mee. We hebben deze maand allemaal van die hoge rekeningen. Hok liet 3 pakken en nog 2 broeken maken. Alles van hem was vrijwel versleten. Hij heeft nu een zeer modern pak, echt voor een correcte Engelsman, piekfijn dus. Verder weer autobelasting! – Wat enig dat de film jullie beviel, intussen is de volgende dus alweer onderweg. Inderdaad is er een gedeelte wazig in, maar dat schreven we, geloof ik, in de verklaring dat dat kwam door schimmel, maar dat het nu weer in orde is. – Ik wilde nu vanmorgen eens fijn gaan schrijven maar na 4 regels kwam een Vivos lid, dat vaak komt, maar met wie ik eigenlijk geen conversatie heb. Zij is zwijgzaam en ik pieker me dood op allerhande onderwerpen! Nu schikte het me juist zo slecht. Allerhande mensen zijn eerstdaags jarig en die moet ik bebrieven, b.v. Riek Heyrmans. Wat enig dat je bij Mevr. v. Gilse was, geen wonder dat ze zich verheugt over de komst van Henk en aanhang. ’t Zal voor hen ook erg fijn zijn, vooral omdat [2] ze eerst niet mochten. – Op ’t ogenblik móet iedereen met verlof om zoveel mogelijk mensen te redden, de Groeneveld Meyers gaan ook al. – We hebben een beeldige witte orchidee op de boekenkast staan, een erfenis van Meneer de Jongh. Hij is zo prachtig uitgekomen, een hele lange stengel vol bloemen, angkrek boelan, je herinnert je wel. – Axel zit op de po, maar is niet erg in zijn schik. Hij heeft in zijn broek gedaan vanmorgen en nu “hoeft” hij niet meer, denk ik. ’t Is half één dus moet hij dadelijk in ’t bad. De zon schijnt nu fijn, dus dan kan ik er hem een poos in laten zitten, wat hij zalig vindt. Het prettigste vindt hij ’t om met het water begooid te worden, hij kijkt dan voortdurend achterom om het niet in zijn gezicht te krijgen, maar vindt het jammer als ik ophoud. Zaterdags helpt Pappie met baden en dat is natuurlijk nog véél fijner. – Axel converseert nu de hele dag en dat is kostelijk; als je iets tegen hem zegt, antwoordt hij “hè”, enig is dat, en hij praat altijd terug alsof hij er alles van snapt. Als Hok hem om 2 uur weer uit bed haalt, eet hij ook van alles mee. Hij lust werkelijk alles, zo makkelijk, ook vruchten als appel, ramboetan, manggistan en doekoe. Hij mag alleen geen vlees, verder alles, ook saus. Ei vindt hij ook lekker, is daar eigenlijk bezwaar tegen? Ik heb het de dokter vergeten te vragen en ze komt niet meer. – De IEVA heeft met Kerstmis de leerkrachten de fraaiste cadeaus gegeven, als een rijke dame, ’t is zeer in de smaak gevallen. Op de polikliniek schijnen nu geen nieuwe mensen meer te komen, we moeten weer propaganda maken, maar daarvoor moet je de kam-[3]pong in en ’t is niet zo gemakkelijk daarvoor de geschikte persoon te vinden. We hebben nu het plan, eten buitenshuis te leveren omdat het ook beter is als de meisjes grotere hoeveelheden maken. We hebben op ’t ogenblik een reuze geschikte kooklerares, die liefst elke dag komt voor ƒ 25.-! Het is eigenlijk veel te slecht betaald, want ’t is een ingenieus mens met gevoel voor economie. – 

Onze waarnemend praeses, Juffr. Bletterman heeft het zo razend druk dat ze liefst met de IEVA ophoudt en op ’t ogenblik is Buck ook nog ziek, zodat ik dan alleen overblijf. ’t Is tenminste gelukkig dat Buck gauw beter zal zijn en dat de directrice veel zelf bedenkt. Ze heeft deze week ook de meisjes koekjes laten inzenden op een wedstrijd van de Ver. van Huisvrouwen. Helaas kregen we geen prijs, maar de koekjes vielen wel in de smaak. – De jurk die een meisje voor me zou maken, heeft ze verknipt. Ik heb net nieuwe stof gekocht. ’t Is gek dat ik net wanbofte, want alle andere gemaakte jurken lukten goed. – Ik heb me deze maand niet erg met de IEVA opgehouden door de Vivos vergadering. We hadden reuze veel succes met alles. Iedereen heeft het zó leuk gevonden. ’t Was zo enig dat ze bijna allemaal in boerenkostuum waren. Midden op de avond waren Elly Linn en ik Zeeuwse boeren en dat pak flatteerde ook erg. Zodat we veel opgang maakten. Dààrin deden we nationale dansen. Het werd zo’n echte nationale avond dat we alle bekende liederen zongen en zelfs tot slot Wilhelmus. We begonnen met “Holland ze zeggen je grond is zo dras”, ik kende het niet, maar ’t is veel mooier als “O schitterende kleuren”. Wij als feestcommissie zongen dat staande achter een grote rood-wit-blauwe [4] vlag. De erwtensoep, die ik gemaakt had, viel ook zeer in de smaak, evenals de hutspot en roggebrood met kaas. – Kasan hielp ook mee bedienen en ik zou wel eens weten wat hij van de njonja in een mannenpak vond! Overigens zijn wij, oud-bestuur dolgelukkig met onze vrijheid! Ze wilden me weer in de feestcommissie hebben van de grote algemene vergadering in maart, maar ik heb er nu genoeg van. Ik wil wel meedoen, maar niet zelf verzinnen. – Ze weten hier nog niet of Irene zal komen in maart, maar wij hopen het wel. Alex is nu ook lang genoeg eenzaam, al 1 jaar. Zij zal ook van Axel opkijken! – Wat doe je nu eigenlijk voor de IEVA. Als het meer drukte kost dan het succes oplevert, zou ik het maar laten, al staat het natuurlijk wel goed, zo’n commissie in Holland. Maar schrijf eens wie erin zitten. Tante Masje, Marietje en jij? – Ik schreef ook aan Mevr. Kunst, ’t is wel een week te laat, maar ik heb in zó lang niets laten horen – Morgen is het Inlands Nieuwjaar en krijgen alle bedienden vrij. Annah wou nog eerst de slaapkamer doen, maar dat doe ik wel zelf. ’t Is zo fijn, nu eens geen vreemden in huis te hebben! We moeten nog plannen maken, want Hok heeft 2 dagen vrij. ’s Middags moeten we morgen tennissen en liefst onderlinge wedstrijden. Ik ben de slechtste van de dames, dus wat ik win is mooi, heel plezierig! – Ik klets razend van de hak op de tak! – Wij hoorden nog niks van Jo Olivier. Hij is toch alleen hier en Emmy in Den Haag! Of hoe zit dat? – Hok heeft een schitterend stukje voor de padvinderij geschreven voor een Chinees blad – we zullen het sturen. ’t Is een oproep aan de ouderen om mee te doen. ’t Is nu maar 

[Randje 1 pag. 4]

te hopen dat het succes heeft. – Houw en Fanny kregen ons ontbijt- en theeservies, maar ze kunnen het niet uitpakken bij gebrek aan kasten omdat hun nog geen woonplaats is aangewezen. 

[Randje 2 pag. 4]

Jeanne en Tek Bheng komen morgen in Bandoeng. 

 

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida
  • Pagina's: 4
  • Soort: Luchtpostpapier
  • Bijzonderheden: Niet ondertekend
More in this category: « 1934-01-08 1934-01-23 »