EIDA
1 januari ‘46
Dierbaren –
Jullie brief van 16-12 aan mij deed mij erg goed – ik kreeg hem op Dirk’s verjaardag. Op 1e Kerstdag werd ik uit het Ziekenhuis op mijn dringend verzoek ontslagen – ik liet het Em alleen weten en stond onverwachts voor de kinderen! Wat een vreugde! – Ik was zo dankbaar weer in een huis te zijn en wat nuttigs te mogen doen – Met allerlei kan ik helpen, tafeldekken en derg. – ook kan ik wat naaien en boodschappen doen – en van de gezelligheid genieten van de kinderen. We hebben het hier erg heerlijk en vinden het alleen jammer dat we met de feestdagen Thijs niet bij ons gehad hebben wegens zijn ambtsbezigheden. De 24e kreeg ik van de juist uit Holland gekomen chirurg Reinders een nieuw gips helemaal van m’n schouder tot aan m’n vingers – de humerus zal nu wel mooi vastgroeien en de barsten zullen alle helen –, zodat ik hopelijk aan boord al wat met die hand zal kunnen doen – Wij verheugen ons alle 4 op een verblijf bij jullie – ik zal daar weer opbloeien dat weet ik zeker, denkend aan ons heerlijk verlof – Gister was ik de hele morgen met Axel op stap om papieren te verzamelen – ik bezit niets meer van papieren: geen trouwboekje, geboortebewijzen, diploma’s – alleen liet Hok nog een brief voor me maken dat ik, met hem getrouwd was en drukte me steeds op het hart dat bij me te dragen en zo had ik hem in m’n tas die voor me gered werd; verder had ik naar het kamp “toevallig” een blikje meegenomen waarin een opsomming van alle papieren die we bezaten en o.a. staan daarop de nummers van onze polissen; dat was een bof – daar wij al onze papieren onder Nippon moesten afgeven, bewaarde ik dat blikje + Hok’s geologische hamer en andere gereedschappen, die contrabanden waren, onder de pannen boven op een muur in een klein kamertje dat wij na de 2e verhuizing (we beleefden er in ’t geheel 5!) bewoonden – Toen ik vóór 2 maanden de boel wilde gaan terug zoeken bleken Henk en Riek in dat huisje te wonen en gemakkelijk vond ik het verstopte terug. Vóór onze internering had Hok veel Ned.- Ind. geld aan de van Hoytemaweg verstopt en later vond hij alles terug, maar nu dacht ik pas weer aan dat geld toen ons huis al in vlammen was opgegaan. Voor ik naar Em ging ben ik met Jo Waal nog een keer in het puin gaan graven en we vonden 2 blikjes, 1 met zwart zilvergeld en 1 met verkoold bankpaper – we bekeken het paper nog niet maar het is mogelijk dat er nog iets van te zien is zodat het ingewisseld kan worden. Toen ik ons huis op 1 dec. verliet dacht ik alleen aan de hulp voor Hok en ook die nacht kwam geen gedachte bij me op aan ons hele hebben en houden dat daar aan de heidenen was overgeleverd – nu zijn ook al onze lepels en vorken die ik nog gedeeltelijk naar het kamp redde verloren, alleen de vlalepel bleef over in de pan met rijst [2] die Axel nog ophaalde – Gelukkig dat ik m’n lakens van m’n uitzet nog, die ik ook het kamp mee in nam, bij Houw achterliet + nog wat stoffen en potjes en pannetjes die allemaal niet meekonden omdat de treinen naar Bdg te vol waren– Wij verheugen ons erg op de koffer met kleren die Zuster Anne begin nov. aan ons verzond – Ik was een week geleden nog 1 hele dag bij de Tan Ping Ie’s waar ik toen je brief aan de Eidema’s vond – Mien Tan is zo’n grote schat – zij en haar man hielden zoveel van Hok –Toen Hok zou worden vrijgelaten is hij Hok gaan afhalen en namen ze hem in huis, 2 dagen later kwam Axel erbij en toen wij allen bij Houw logeerden drongen ze erop aan dat wij snel zouden komen en zo bleven we 7 weken – zij weet het meest van Hok, tegenover haàr heeft hij zich geuit en zij kan mij veel vertellen over zijn gedachten over ons huwelijk – na zijn gevangenschap – Het was prettig voor mij te horen dat hij het achteraf eens blijkt met m’n opvoeding van de kinderen waarover hij zoveel moeilijkheden gemaakt heeft indertijd – Mien kan zo prettig over die dingen spreken, ze heeft ons uitgebreid meegemaakt – De kinderen zijn daar ook zo graag in huis geweest. Hij heeft een Chin. Roode Kruis opgericht en hij woont nog buiten het kamp, ze hebben veel 1000den Chinezen geëvacueerd uit de gebombardeerde kampongs (door de Eng. die het op de extremisten gemunt hadden, maar waaraan veel Chinezen te offer vielen.) Ben jullie ongerust geweest over Em c.s.? na het ongeluk met ons? Zij hebben steeds in het kamp gewoond omgeven met wachten, prikkeldraad en bilik en kregen geen aanval gelukkig – Dag lieverdjes – binnen 2 maanden zijn we bij jullie –
Omhelsd Eida –
AXEL
1-1-‘46
Lieve Omie en Opa,
Ik wens je een gelukkig Nieuwjaar. Hoe gaat met u allen. Ik had een leuke verjaardag. We kregen ieder een eendenei. Want een ei is erg duur. Mijn cadeaus waren: een rode beker, twee potloden en zakdoeken heleboel lekkers. Ik was erg blij ermee. Op 6 december was het Sinterklaasfeest, daar kreeg iedereen een cadeau. Ik kreeg een trein. We zijn nu op school. Ik ben in de 7e klas. Ik heb gelukkig erg veel uit ons huis gehaald. We hebben ook een fiets. We hopen gauw bij jullie te komen. Ik heb gezien hoe de Indonesiërs geschoten werden. En een bombardement gezien eerst kwamen een heleboel soldaten langs en tanks. Daarna kwamen er drie vliegtuigen, het waren Mosquito’s[1], eerst cirkelden ze om hun doel plotseling doken ze naar beneden en gingen bombarderen. Je kon de bommen zien vallen. Daarna drie Jagers ze lieten ieder twee los. Je kon alles in de lucht zien vliegen. Die andere bommen waren racket bommen. Het was voor eerst dat ik het zag. Tot weerziens en zoentjes •••• Axel